ECLI:NL:RBDHA:2019:7917
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake uitzettingshandelingen van Nigeriaanse asielzoekster
Op 16 juli 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening voor een Nigeriaanse asielzoekster. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen presentatie bij de Nigeriaanse ambassade, die gepland stond op 17 juli 2019. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitzettingshandelingen, die voortvloeien uit het terugkeerbesluit, geschorst dienen te worden totdat er een uitspraak is gedaan in de beroepsprocedure tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. De voorzieningenrechter verbiedt de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om verzoekster te presenteren bij de ambassade, en oordeelt dat de verzoekster haar status van asielzoeker behoudt totdat de rechter een beslissing heeft genomen over haar beroep.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster op 11 juli 2019 bezwaar heeft gemaakt tegen de presentatie en dat de Staatssecretaris op 15 juli 2019 mondeling heeft gereageerd op het verzoek. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek gesloten en onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, het betaalde griffierecht van € 174,- aan verzoekster vergoed en de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van € 512,-. De uitspraak is gedaan zonder dat partijen op zitting zijn verschenen, omdat onverwijlde spoed dat vereiste.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen het arrest Gnandi van het Hof van Justitie aangehaald, waarin is bepaald dat de rechtsgevolgen van een terugkeerbesluit geschorst moeten worden zolang er een beroep loopt tegen de afwijzing van een asielaanvraag. De voorzieningenrechter concludeert dat de handelingen van de Staatssecretaris gericht zijn op uitzetting en dat deze niet mogen plaatsvinden zolang de beroepsprocedure loopt. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. R.D.A. van Veghel, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.