In deze zaak, die zich afspeelt in een wooncomplex, hebben flatbewoners een geschil over overlast en de vorderingen tot het opleggen van contact- en straatverboden. De eiseres, die in het complex woont, heeft een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, die ook in het complex wonen. De eiseres vordert dat de gedaagden verboden wordt contact met haar op te nemen en dat er straatverboden worden opgelegd aan enkele gedaagden. De eiseres stelt dat zij al geruime tijd wordt lastiggevallen door de gedaagden, die haar zouden bedreigen en intimideren. De gedaagden daarentegen stellen dat het juist de eiseres is die de confrontatie opzoekt en dat zij zelf slachtoffer zijn van haar gedrag. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstig verstoorde verhouding tussen de partijen, maar dat het niet mogelijk is om te bepalen wie de hoofdveroorzaker van de overlast is. Hierdoor zijn de vorderingen van de eiseres niet toewijsbaar. De voorzieningenrechter heeft partijen aangespoord om elkaar voorlopig te ontlopen en elkaar niet te filmen of fotograferen, om verdere escalatie te voorkomen. De vorderingen in reconventie van de gedaagden zijn eveneens afgewezen, omdat zij geen partij zijn bij de afspraken die met de woningbouwvereniging zijn gemaakt. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.