In deze zaak, die op 19 juli 2019 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, hebben de curatoren van Well’s Vastgoed B.V. een kort geding aangespannen tegen Beheermaatschappij Haagsche Bluf B.V. De curatoren, Willem Jan van Andel en Frederic Verhoeven, vorderden dat de opzegging van de huurovereenkomst door Haagsche Bluf, gedaan op 24 april 2019, nietig zou zijn. De achtergrond van de zaak is dat Well’s Vastgoed B.V. in faillissement is verklaard en de curatoren een doorstart van het bedrijf onder de formule Sissy-Boy hebben gerealiseerd. De curatoren stelden dat de opzegging van de huur door Haagsche Bluf misbruik van recht opleverde, omdat er een voorstel was gedaan voor indeplaatsstelling door Sissy-Boy, dat niet werd geaccepteerd door Haagsche Bluf. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de curatoren voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de opzegging van de huur door Haagsche Bluf nietig is, zolang er geen definitieve uitspraak is gedaan in de bodemprocedure over de indeplaatsstelling. De rechter oordeelde dat de belangen van de curatoren, die de werkgelegenheid van twaalf personeelsleden wilden waarborgen, zwaarder wogen dan de belangen van Haagsche Bluf, die een hogere huurprijs bij een concurrent kon bedingen. De rechter heeft de vorderingen van de curatoren toegewezen en Haagsche Bluf veroordeeld om te gedogen dat Sissy-Boy de exploitatie in het gehuurde voortzet totdat er in de bodemprocedure is beslist.