ECLI:NL:RBDHA:2019:8723
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Servische Roma op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 augustus 2019 uitspraak gedaan in de zaken NL19.15899 en NL19.15901, waarbij eisers, van Servische afkomst en Roma, asielaanvragen hadden ingediend. De aanvragen werden door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond, met de stelling dat Servië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Eisers voerden aan dat zij gediscrimineerd werden vanwege hun Roma-afkomst en dat Servië voor hen geen veilig land is. De rechtbank oordeelde dat eisers niet voldoende bewijs hadden geleverd om aan te tonen dat Servië in hun specifieke geval niet veilig is. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken en rapporten die bevestigen dat Servië als veilig land wordt beschouwd, ondanks de moeilijke leefomstandigheden voor Roma. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de aanvragen van eisers als kennelijk ongegrond konden worden afgewezen. De beroepen werden ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak vermeld, waarbij hoger beroep mogelijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.