ECLI:NL:RBDHA:2019:8729
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing visumaanvraag door de minister van Buitenlandse Zaken
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in Marokko, een visum aangevraagd om zijn familie in Nederland te bezoeken. De minister van Buitenlandse Zaken heeft deze aanvraag afgewezen en het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing ongegrond verklaard in een besluit van 5 maart 2019. Eiser heeft hierop beroep ingesteld bij de rechtbank, die zonder zitting uitspraak doet. De rechtbank benadrukt dat een beroep binnen vier weken na het bestreden besluit moet zijn ontvangen. In dit geval is het beroep op 8 mei 2019 ontvangen, wat meer dan een week na het verstrijken van de termijn is. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, waardoor de rechtbank het beroep niet verder kan behandelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. De uitspraak is gedaan door rechter B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier A.S. Hamans, en is openbaar uitgesproken op 13 augustus 2019.