Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
Akte instellen rechtsmiddelheeft de griffier van de rechtbank de advocaat er daarbij op gewezen dat er geen (gewoon) rechtsmiddel openstaat tegen die beslissing.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
bijzondere omstandigheidof een
ernstige humanitaire redenin voormelde zin. Dit klemt te meer nu - mede gelet op het bepaalde in artikel 11 Ow - de overleveringsrechter, ofwel de IRK, alle aspecten van de verzochte overlevering beoordeelt, zodat er in dat verband geen rol (meer) is weggelegd voor de civiele rechter (zie ook Kamerstukken II, 2002-2003, 29 042, nr. 3, pagina 25). Blijkens de inhoud van de uitspraak van 17 januari 2019 heeft de IRK nagenoeg alle gronden waarop [eiser] zijn onderhavige vorderingen baseert verworpen. Verkort weergegeven komen deze op het volgende neer: (i) er is sprake van een 'bagatelfeit', (ii) tijdens zijn verhoor is [eiser] gemarteld door de Poolse politie, (iii) de omzetting van de voorwaardelijke gevangenisstraf heeft geheel buiten [eiser] om plaatsgevonden, (iv) de opgelegde straf is onevenredig aan het bewezen feit en (v) de omstandigheden in de Poolse gevangenissen zijn (zeer) slecht. [eiser] kan dan ook niet worden gevolgd in zijn stelling dat de IRK het onder (iii) vermelde aspect niet heeft meegewogen
verkapt appel, zodat de hiervoor genoemde (5) gronden reeds daarom buiten beschouwing moeten blijven in dit geschil.
klaarblijkelijkberust op een juridische of feitelijke misslag, noch dat na die uitspraak voorgevallen of aan het licht gekomen feiten een noodtoestand hebben doen ontstaan voor [eiser] die meebrengen dat (onverwijlde) overlevering niet aanvaardbaar is. Van een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waarmee de IRK bij zijn beslissing geen rekening heeft kunnen houden en die noopt tot de slotsom dat die beslissing tot stand is gekomen op een zodanige wijze dat niet meer kan worden gespreken van een eerlijke behandeling, is ook niet gebleken.