Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[adres 1].
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
flentertussen de deur. Hij vertelde dat het velletje er af lag en dat het er paniekerig uitzag. De verbalisant hoorde de man zeggen dat de jongen één jaar was en dat het bloed eruit stroomde. Verder hoorde de verbalisant de meldkamermedewerker zeggen dat zij op een huisartsadvies uitkwam en dat zij de man aanraadde om een doek om de vinger van de jongen te doen. Hierop hoorde ze de man zeggen dat het niet om de vinger van het jongetje ging, maar om zijn flentertje, waarmee hij zijn piemeltje bedoelde. Ook vertelde hij dat er een stukje van het piemeltje af lag. De man zei dat hij liever had dat er even iemand zou komen kijken. Hierop hoorde de verbalisant de meldkamermedewerker zeggen dat zij een ambulance zou sturen. [2]
rechtbank: Erasmus MC Sophia), heeft een geneeskundige verklaring opgesteld. Hieruit blijkt dat het uitwendig waargenomen letsel bestond uit een circulaire snijwond aan de penishuid, waarbij sprake was van gering bloedverlies. Verder blijkt uit de verklaring dat de wond op 5 december 2016 onder narcose is gehecht en dat er geen aanwijzingen waren voor andere letsels. De geschatte geneesduur is onbekend, maar het is naar het oordeel van de arts waarschijnlijk dat een hersteloperatie nodig zal zijn. Op de geneeskundige verklaring is nog vermeld dat melding bij Veilig Thuis en LECK (
rechtbank: Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling) is gedaan. [5]
in casugeen haar of ander voorwerp om of bij de penis is aangetroffen. Naar het oordeel van Nijs pleit verder tegen de theorie van het haartourniquetsyndroom dat geen evident gerelateerde zwelling en insnoering van de penis is waargenomen en dat een haartourniquet zich doorgaans aan de onderzijde van de eikel bevindt. [15]
,aan voornoemd voorwerp, waardoor de penishuid van die [stiefkind] werd gekliefd en de huid werd afgestroopt.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
12 (twaalf) maanden;
€ 2.119,08, bestaande uit € 119,08 aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 december 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening;
€ 2.119,08, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 december 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening ten behoeve van [stiefkind];
31 (eenendertig) dagen;