2.1.Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaken met nummers SGR 20/3146, SGR 20/3150, SGR 20/3153, SGR 20/3159, SGR 20/3162, SGR 20/3167, SGR 20/3169, SGR 20/3172, SGR 20/3186, SGR 20/3188, SGR 20/3193, SGR 20/3196, SGR 20/3200, SGR 20/3203, SGR 20/3205, SGR 20/3207, SGR 20/3211, SGR 20/3216, SGR 20/3218, SGR 20/3340, SGR 20/3343, SGR 20/3348, SGR 20/3351, SGR 20/3353, SGR 20/3356, SGR 20/3358, SGR 20/3362 en SGR 20/3364 tussen verzoeker en de belanghebbende. Al deze 28 zaken betreffen beroepszaken tegen het niet tijdig beslissen van ISD Bollenstreek op aanvragen en bezwaren van verzoeker.
Verzoeker heeft op 8 maart 2020 de voorzieningenrechter voor de eerste maal verzocht voorlopige voorzieningen in alle 28 zaken te treffen. De voorzieningenrechter heeft op 8 juni 2020 die verzoeken afgewezen, op de grond dat het spoedeisend belang was komen te vervallen. Op 25 en 26 juli 2020 heeft verzoeker voor de tweede maal verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in alle 28 zaken. Op 11 augustus 2020 heeft de rechtbank uitspraak gedaan, overwogen dat de connexe bodemzaken vóór 7 september 2020 (de dag van de openbare executieverkoop van de woning van verzoeker) ter zitting zullen zijn behandeld en alle verzoeken afgewezen.
Op 30 juli 2020 is verzoeker per brief medegedeeld dat de zaken behandeld zullen worden op de zitting van 25 augustus 2020. Verzoeker heeft deze brief op 31 juli 2020 ontvangen.
Op 17 augustus 2020 heeft verzoeker verzocht de behandeling van de 28 bodemzaken uit te stellen en deze op een later moment, in kleinere aantallen tegelijk, in te plannen. De rechtbank heeft verzoeker bij brief van 18 augustus 2020 laten weten dat dit verzoek wordt afgewezen.
Verzoeker heeft de rechter vervolgens op 25 augustus 2020 direct na de opening van de zitting gewraakt.