In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 september 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De verzoeken zijn ingediend door de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, naar aanleiding van eerdere verzoekschriften van de ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen in een onveilige en instabiele omgeving zijn opgegroeid, wat heeft geleid tot trauma's en een gebrek aan veilige hechting. De moeder heeft stappen gezet in haar herstel, maar de kinderrechter oordeelt dat het perspectief van de kinderen momenteel niet bij de ouders ligt. De ondertoezichtstelling wordt verlengd van 1 oktober 2020 tot 1 oktober 2021, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De omgangsregeling wordt aangepast naar eenmaal per drie weken voor de duur van drie uur, om de kinderen de nodige stabiliteit en veiligheid te bieden. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling opgedragen om in het komende jaar een onderzoek naar gezagsbeëindiging aan te vragen bij de Raad voor de Kinderbescherming.