ECLI:NL:RBDHA:2020:10446
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na eerstejaars Ziektewet-beoordeling met medische gronden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. S. Bildirici, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door F.J. Latenstein. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van haar Ziektewet-uitkering, die op 5 oktober 2018 was ingegaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Uwv terecht heeft geoordeeld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank baseerde haar oordeel op de medische rapportages van verzekeringsartsen, die de belastbaarheid van eiseres op de datum in geding hebben beoordeeld. Eiseres had aangevoerd dat haar psychische klachten niet adequaat waren meegenomen in de beoordeling, maar de rechtbank oordeelde dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat er geen aanwijzingen waren voor een ernstige psychische stoornis. De rechtbank concludeerde dat de Uwv de ZW-uitkering van eiseres terecht heeft beëindigd en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.