15.2De voorzieningenrechter stelt vast dat deze voorbeelden, die hierna besproken zullen worden, in elk geval betrekking hebben op de volgende in de last opgenomen onderdelen:
7. Zinken dakbedekking, leibekleding van de zijwangen en loodaansluitingen van alle dakkappellen vernieuwen.
13. Alle houten onderdelen aan de buitenkant dienen geverfd te worden. Voor aanvang van het schilderwerk dient al het sterk verweerde, ingerotte en beschadigd hout vervangen en aangeheeld te worden.
14. Het kapotte en ontbrekende glas in de buitenkozijnen dient vervangen te worden en raamroeden hersteld.
21. Zwamaantasting van de houtconstructie dient te worden verwijderd.
15.3.1In de eerste plaats wijst verweerder erop dat verzoekster het dakbeschot en de onderliggende dakconstructies niet tegen zwam zal behandelen, waardoor de aantasting van het hout verder gaat. Vis Architecten heeft hierop gereageerd en te kennen gegeven dat de zwam voorlopig niet zal worden behandeld, omdat daarvoor chemische middelen nodig zijn, die niet goed zijn voor de krakers die in het monument wonen. Ter zitting heeft verweerder nader toegelicht dat de eerste stappen tegen schimmelaantasting van bouwkundige aard zijn, namelijk het opheffen van lekkages en andere vochtbronnen, hetgeen gebeurt indien de instandhoudingsmaatregelen adequaat worden uitgevoerd. De tweede stap betreft het weghalen van het aangetaste hout. Ook hierin voorzien de instandhoudingsmaatregelen. Pas als derde (laatste) stap is soms een bestrijdingsmiddel nodig, maar alleen onder voorwaarden en plaatselijk. Mocht dit dienen te gebeuren in een ruimte die op dat moment nog wordt bewoond door krakers, dan kunnen deze tijdelijk elders in het monument verblijven en/of tijdelijk andere woonruimte zoeken.
15.3.2Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan het niet bestrijden van de zwamaantasting weliswaar leiden tot een overtreding van het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en f, van de Wabo, doch de opgelegde bouwstop ziet alleen op de geplande werkzaamheden die verzoekster blijkens de brief van 17 september 2020 wil gaan uitvoeren. Nu verzoekster blijkens die brief de zwamaantasting (voorlopig) niet gaat aanpakken kan niet gezegd worden dat de bouwstop daarop ook ziet. Voor zover verweerder bedoelt dat de zwambestrijding in samenhang moet worden gezien met de daaraan vooraf gaande benodigde werkzaamheden (de stappen 1 en 2) die verzoekster wel zelf wenst uit te voeren, overweegt de voorzieningenrechter dat verweerder in het besluit niet heeft opgenomen en ook niet nader heeft toegelicht dat die werkzaamheden op een niet-adequate wijze kunnen worden uitgevoerd zonder de zwambestrijding.
15.4.1In de tweede plaats noemt verweerder als voorbeeld dat daar waar nodig niet alle kozijnen (gedeeltelijk) worden vervangen. In zijn reactie van 24 september 2020 ontkent Vis Architecten dit. Volgens Vis Architecten zullen alle ontbrekende delen van de kozijnen door vernieuwing worden hersteld.
15.4.2De voorzieningenrechter overweegt dat blijkens de offerte van Nivo Bouw, anders dan in de reactie van Vis Architecten, alleen grote gaten en houtrot zullen worden afgevuld met hout en epoxy. Uitgaande van deze offerte is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoekster met betrekking tot de kozijnen niet voldoet aan dat wat is gelast. Uit de lastgeving blijkt immers dat voor aanvang van het schilderwerk, al het sterk verweerde, ingerotte en beschadigd hout aan de buitenkant moet worden vervangen en aangeheeld. Met het enkel afvullen met hout en epoxy van grote gaten en houtrot wordt daarin slechts ten dele voorzien Weliswaar wordt niet alleen aangevuld met epoxy, doch de voorzieningenrechter acht aannemelijk dat, zoals door verweerder ter zitting ondersteund door de vertegenwoordiger van RCE gesteld, het enkel aanvullen van ontbrekende delen onvoldoende is om te voorkomen dat de aantasting van de kozijnen verder gaat en uiteindelijk het volledige kozijn verloren gaat. Dit betekent dat verweerder heeft kunnen concluderen dat in zoverre een overtreding van het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wabo klaarblijkelijk dreigt omdat met de gekozen aanpak niet wordt voldaan aan de opgelegde instandhoudingsmaatregel waardoor de monumentale waarde van het rijksmonument verder in gevaar kan worden gebracht.
15.5.1In de derde plaats stelt verweerder dat het bedekken van het houtwerk met één laag grondverf slechts zeer beperkt houdbaar is en onvoldoende bestand is tegen weersinvloeden. Volgens Vis Architecten wordt het houtwerk afgekrabd tot op het hout, zodat de verf goed hecht op het hout. De toe te passen schakellak is toepasbaar als grond- en aflak en juist langdurig bestand tegen weersinvloeden, aldus Vis Architecten. Ter zitting heeft verweerder te kennen gegeven dat één laag synthetische schakelverf niet kan volstaan, omdat dat niet zou aansluiten op historische verflagen en geen duurzaam historisch 3-laags verfsysteem is.
15.5.2Daargelaten de vraag of met één laag verf wordt voldaan aan de opgelegde last dat alle houten onderdelen aan de buitenkant geverfd dienen te worden, overweegt de voorzieningenrechter dat het schilderwerk niet adequaat kan worden uitgevoerd indien het onderliggende hout niet op de juiste wijze wordt hersteld zoals in het voorgaande is geconcludeerd. Reeds hierom acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat ook in zoverre niet aan de last wordt voldaan en is ook in zoverre sprake is van een omstandigheid dat een overtreding klaarblijkelijk dreigt.
Dakbedekking (last 7) en beglazing en raamroeden buitenkozijnen (last 14)
15.6.1Als vierde voorbeeld stelt verweerder dat er werkzaamheden worden voorgesteld die niet voldoen aan de richtlijnen voor het in stand houden van monumenten, zoals het gebruik van EPDM dakbedekking bij de goten en dakkapellen of die het monument ontsieren, zoals het aanbrengen van plakroeden. Volgens Vis Architecten zorgt de voorgestelde EPDM dakbedekking voor voldoende waterdichtheid en is hiermee sprake van herstel voor een levensduur van ten minste twee jaar, dat vervangen zal worden bij de restauratie van het pand. Verder worden alle gebroken ruiten vervangen. Waar roeden ontbreken worden deze vernieuwd, zodat het totaalbeeld niet ontsierend is.
15.6.2De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoekster door gebruik te maken van EPDM dakbedekking afwijkt van de last, nu daarin is opgenomen dat het zink van de dakbedekking bij de goten en dakkappellen dient te worden vernieuwd. Dit vernieuwen impliceert dan ook dat het dak opnieuw met zink wordt bedekt. Anders dan verzoekster acht de voorzieningenrechter de last op dit punt niet onduidelijk. Nu verzoekster geen gebruik gaat maken van zink maar van EPDM, een synthetisch rubber, betreft dit een materiaal dat niet is vergund met de last. Dat betekent dat verzoekster voor het gebruiken van dit materiaal een vergunning nodig heeft.
15.6.3Ten aanzien van de raamroeden stelt de voorzieningenrechter vast dat Vis Architecten in zijn reactie weliswaar heeft vermeld dat ontbrekende roeden zullen worden vernieuwd, maar uit de offerte van Nivo Bouw blijkt dat daarvoor gebruik gemaakt zal worden van plakroeden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het gebruik van plakroeden niet overeenkomstig de opgelegde last. In de last is immers opgenomen dat de raamroeden moeten worden hersteld. Dit veronderstelt dat zij in de oorspronkelijke toestand moeten worden teruggebracht. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter gebeurt dit niet indien gebruik wordt gemaakt van plakroeden, omdat daarmee geen sprake meer is van spijlen waarmee een raam daadwerkelijk in een aantal afzonderlijke ruiten wordt verdeeld. In de voorgenomen werkwijze van verzoekster wordt één raam geplaatst die door middel van plakroeden ogenschijnlijk in een aantal ruiten wordt verdeeld. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is deze werkwijze en het gebruik van plakroeden dan ook niet vergund met de last. De voorzieningenrechter acht voorts aannemelijk dat deze werkwijze een wijziging van de historische constructie en visuele aantasting van het rijksmonument oplevert, zoals door verweerder ter zitting aangegeven. Dat betekent dat verzoekster voor het gebruiken van deze methode een vergunning nodig heeft.
15.6.4Nu verzoekster voornemens is de hiervoor genoemde werkzaamheden niet adequaat uit te voeren zonder de benodigde vergunning, volgt de voorzieningenrechter verweerder in zijn standpunt dat ook in zoverre een overtreding van het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en f, van de Wabo klaarblijkelijk dreigt.
De overige voorgenomen werkzaamheden
16 De voorzieningenrechter overweegt dat verweerder ter zitting meer voorbeelden heeft genoemd op grond waarvan de door verzoekster geplande werkzaamheden niet aan de last zouden voldoen. Daarbij is verweerder alle onderdelen van de last nagelopen. Verzoekster heeft daar tijdens de zitting bezwaar tegen gemaakt. De voorzieningenrechter stelt vast dat deze voorbeelden eerst ter zitting naar voren zijn gebracht en niet als zodanig aan de bouwstop ten grondslag zijn gelegd. Verweerder blijft echter wel bevoegd om de motivering van de bouwstop aan te vullen. In het kader van de heroverweging in bezwaar en het te nemen besluit op bezwaar kunnen deze gebreken in de motivering worden hersteld. Nu verzoekster en Vis ter zitting de gelegenheid hebben gehad op deze aanvullende motivering te reageren, ziet de voorzieningenrechter geen reden om deze niet te betrekken bij het voorlopig rechtmatigheidsoordeel over de bouwstop en de beoordeling van het schorsingsverzoek.
Uitvoering van de lasten onder nrs 4, 7, 8, 9, 11, 12 en 16