ECLI:NL:RBDHA:2020:10919

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 juli 2020
Publicatiedatum
30 oktober 2020
Zaaknummer
NL20.13711
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak van Eritrese nationaliteit

Op 30 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak van verzoekers, een moeder en haar minderjarige zoon, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden ingediend. De aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 juli 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. R.J.J. Flantua, hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 24 juli 2020 is verzoekster verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. J.A.C.M. Prins. Verzoekers stelden dat zij de Eritrese nationaliteit bezitten, waarbij verzoekster geboren is in 1997 en verzoeker in Nederland in 2020. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in het beroep (zaaknummer NL20.13710), was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. van Ravenhorst. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.13711
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster, mede namens haar minderjarige zoon
[minderjarige], V-nummer [V-nummer] , verzoeker, hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. R.J.J. Flantua), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.A.C.M. Prins).

Procesverloop

Bij besluit van 7 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet- ontvankelijk verklaard.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van het beroep (NL20.13710), plaatsgevonden op 24 juli 2020. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen B. Habte Essaias. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoekers stellen dat zij de Eritrese nationaliteit hebben. Verzoekster stelt te zijn geboren op [1997] en verzoeker is geboren in Nederland op [2020] .
Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.13710, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 30 juli 2020 door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. van Ravenhorst, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.