Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam] V-nummer: [V-nummer] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Pushed to the edge: Violence and abuse against refugees and migrants along the Balkan routes’, artikelen in The Guardian van 22 december 2019 en 12 mei 2020 en het artikel ‘
Croatia Accused of Slurring Watchdogs in Police Violence Dispute’ van 14 mei 2020 op de website 'balkanin-sight.com'. Eisers stellen dat het aannemelijk is dat de informatie uit deze rapportages ook betrekking heeft op Dublinclaimanten. Daarbij verwijzen eisers naar een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam, van 10 juni 2020 [5] waarin een verklaring van een informant is opgenomen die stelt dat er mensen zijn die met geweld zijn verwijderd naar Bosnië nadat zij een asielaanvraag hadden ingediend in Kroatië. Gelet op de ervaringen van eisers in Kroatië en de vragen die het EHRM aan Kroatië heeft gesteld, stellen eisers de vraag in hoeverre verweerder er zonder nader onderzoek van uit mocht gaan dat de Kroatische autoriteiten de formele verantwoordelijkheid voor de behandeling van de asielaanvragen van eisers ook daadwerkelijk naleven en of eisers een reële mogelijkheid krijgen om zich te beklagen bij de autoriteiten. Eisers zijn gedetineerd geweest in Kroatië en zijn hierdoor ernstig getraumatiseerd geraakt. Zij hebben een document van Emergis overgelegd, waaruit blijkt dat voor het oudste kind van eisers een intake- en adviesgesprek is ingepland. Gelet op de psychische problemen van het kind zijn eisers aan te merken als kwetsbaar gezin. Verweerder heeft daarom ten onrechte geen aanvullende garanties gevraagd aan de Kroatische autoriteiten. Tot slot doen eisers een beroep op de uitspraak van het Hof [6] van 16 juli 2020. [7]
pushbacksen het optreden van de Kroatische politie tegen asielzoekers aan de buitengrens van het land. Dat de bevindingen uit deze publicaties ook hebben te gelden voor eisers als Dublinclaimanten ten aanzien van wie Kroatië de claims expliciet heeft aanvaard, hebben eisers niet aannemelijk gemaakt. De vragen die door het EHRM aan Kroatië zijn gesteld zien niet op Dublinclaimanten, maar op personen die niet de kans zouden hebben gekregen om asiel aan te vragen. Met het claimakkoord hebben de Kroatische autoriteiten gegarandeerd dat de asielverzoeken van eisers inhoudelijk zullen worden behandeld in overeenstemming met de geldende Europese asielrichtlijnen. Van een mogelijke
pushbackzal daarom geen sprake zijn. Ten aanzien van het beroep op de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam, van 10 juni 2020 overweegt de rechtbank het volgende. In de genoemde uitspraak heeft verweerder de opdracht gekregen nader onderzoek te verrichten naar de behandeling van Dublinclaimanten in Kroatië. Verweerder heeft daarna nieuwe besluiten genomen waarbij de aanvragen van de vreemdelingen opnieuw niet in behandeling werden genomen. Vervolgens heeft zittingsplaats Rotterdam op 27 augustus 2020 [8] geoordeeld dat de verklaring van de informant onvoldoende is om te onderbouwen dat sprake is van systematische tekortkoming in de asielprocedure voor personen die worden overgedragen in kader van de Dublinverordening.