ECLI:NL:RBDHA:2020:11179
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstandsuitkering wegens niet-naleving van verplichtingen uit de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Leiden. De eiser ontving sinds 22 augustus 2018 een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Het college had op 16 april 2019 besloten om de bijstandsuitkering van de eiser met 20% te verlagen voor de duur van een maand, omdat hij niet was verschenen op de verplichte maandagtrainingen van de Startgroep. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet voldoende was geïnformeerd over de verplichtingen die voortvloeiden uit het Plan van Aanpak en de uitnodigingen voor de trainingen. Eiser betwistte de ontvangst van de brieven waarin hij werd uitgenodigd voor de trainingen en voerde aan dat hij als statushouder hulp nodig had bij het begrijpen van de correspondentie. De rechtbank oordeelde dat het college niet had aangetoond dat eiser de verplichtingen niet was nagekomen, en dat de gedragingen van eiser niet als verwijtbaar konden worden aangemerkt.
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd, het primaire besluit herroepen en bepaald dat het college het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden. De rechtbank concludeerde dat er geen ruimte was voor het opleggen van een maatregel, omdat het college niet had aangetoond dat eiser een maatregelwaardige gedraging had begaan. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.