Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Stichting De Zevenster,
1.Het verloop van de procedures
2.De overwegingen
Indien deze overeenkomst eindigt op initiatief van de Stichting, dan wel onder omstandigheden of door handelen, dat voor rekening en risico van de Stichting dient te komen, zonder dat dit ontslag zijn uitsluitende of voornaamste reden vindt in handelingen of nalatigheid van de heer [verweerder] zoals bedoeld in onder meer de artikelen 7:677 en 7:678 van het Burgerlijk Wetboek, zal de heer [verweerder] gerechtigd zijn tot een vergoeding.In het tweede lid van dit artikel is bepaald hoe de hoogte van de vergoeding is te berekenen. De Zevenster heeft niet betwist dat deze vergoeding met inachtneming daarvan is te stellen op het door [verweerder] genoemde bedrag ad € 364.687,50 bruto, zodat dit als vaststaand wordt aangenomen. In artikel 10.3 is verder bepaald:
Indien in enig jaar de kantonrechterformule, die als basis dient voor de regeling als omschreven in lid 2, wordt gewijzigd, zal de genoemde regeling in overleg worden aangepast. Het is niet gesteld of anderszins gebleken dat die aanpassing heeft plaatsgevonden. Als vaststaand wordt daarom aangenomen dat partijen die regeling niet hebben aangepast. In artikel 10.5 is verder nog bepaald:
De schadevergoeding als bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel is verrekenbaar met een (eventuele) door de kantonrechter toe te kennen schadeloosstelling.
zonder dat dit ontslag zijn uitsluitende of voornaamste reden vindt in handelingen of nalatigheid van de heer [verweerder] zoals bedoeld in onder meer de artikelen 7:677 en 7:678 van het Burgerlijk Wetboek. Het bepaalde in artikel 10 van de arbeidsovereenkomst vindt daarom in beginsel toepassing.
In afwijking van de artikelen 673 en 673a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat de transitievergoeding geheel of gedeeltelijk niet verschuldigd is gedurende een bepaalde periode en onder bepaalde voorwaarden, indien de werknemer wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst recht heeft op een vergoeding of voorziening, op grond van tussen de werkgever of verenigingen van werkgevers en de werknemer of verenigingen van werknemers voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen V en W van deze wet gemaakte afspraken.In artikel 3 lid 1 van het in artikel XXII lid 7 bedoelde AMvB (het Besluit Overgangsrecht Transitievergoeding) is bepaald:
Indien de werknemer, anders dan op grond van tussen de werkgever of verenigingen van werkgevers en verenigingen van werknemers gemaakte afspraken, recht heeft op vergoedingen of voorzieningen als bedoeld in artikel XXII, zevende lid, van de Wet werk en zekerheid, is de transitievergoeding uitsluitend verschuldigd, indien de werknemer schriftelijk afstand doet van zijn recht op die vergoedingen en voorzieningen.
Partijen komen geen uitkeringen overeen wegens beëindiging van het dienstverband, die gezamenlijk meer bedragen dan de som van de beloning en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn over de twaalf maanden voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband, tot ten hoogste € 75 000. In geval van een dienstverband met een kleinere omvang dan het bij de verantwoordelijke gebruikelijk voltijdse dienstverband bedragen de uitkeringen ten hoogste € 75 000, vermenigvuldigd met het aantal uren waarop het dienstverband betrekking heeft en gedeeld door het aantal uren van een voltijds dienstverband.Artikel 7.3.6 van de WNT. bepaalt:
Een beding in afwijking van artikel 2.10, eerste lid onderscheidenlijk artikel 3.7, eerste lid, is, indien het beding is overeengekomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, dan wel voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wijziging van de bijlage bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d of, of artikel 1.4, eerste lid,, waardoor deze wet van toepassing is geworden op de betreffende rechtspersoon of instelling, dan wel voorafgaand aan de aanvraag van de subsidiebeschikking waardoor deze wet van toepassing is geworden op de betreffende rechtspersoon of instelling, toegestaan voor ten hoogste vier jaar na inwerkingtreding van deze wet dan wel de wijziging van de bijlage dan wel de bekendmaking van de subsidiebeschikking.