ECLI:NL:RBDHA:2020:11730
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing omgevingsvergunning en niet-ontvankelijkheid bezwaar wegens te late indiening
Op 2 november 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen Statenwoud Vastgoedbeheer B.V. en Statenwoud Vastgoed C.V. als eiseressen en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag als verweerder. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de verbouwing van een woning tot zes appartementen. De rechtbank oordeelde dat de bekendmaking van het besluit tot afwijzing op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, aangezien de eiseressen toestemming hadden gegeven voor ontvangst van het besluit per e-mail. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar van de eiseressen te laat was ingediend, omdat de bezwaartermijn eindigde op 3 juli 2020 en het bezwaarschrift pas op 5 juli 2019 ter post was bezorgd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskostenveroordeling af.
De rechtbank overwoog dat de eiseressen op het aanvraagformulier expliciet hadden aangegeven akkoord te gaan met het ontvangen van correspondentie over de aanvraag op het door hen opgegeven e-mailadres. Dit omvatte ook het primaire besluit. De rechtbank vond geen aanleiding om te oordelen dat de akkoordverklaring misleidend was of dat de eiseressen niet voldoende bereikbaar waren voor elektronische communicatie. De rechtbank concludeerde dat de gemachtigde van de eiseressen handelde binnen zijn bevoegdheden en dat de handelingen van de gemachtigde aan de eiseressen konden worden toegerekend. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het bezwaar door verweerder terecht was en dat het beroep ongegrond was.