ECLI:NL:RBDHA:2020:11879
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E.J. Terborg-Wijnaldum
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsdocument op basis van artikel 9 Vreemdelingenwet 2000 voor gemeenschapsonderdaan met Spaanse verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Algerijnse gemeenschapsonderdaan met een Spaanse verblijfsvergunning, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had verzocht om afgifte van een verblijfsdocument op grond van artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij en zijn vier Nederlandse kinderen in Nederland wonen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet binnen de reikwijdte van het arrest Chavez Vilchez valt, omdat hij een geldige Spaanse verblijfsvergunning heeft. Dit betekent dat zijn kinderen niet gedwongen worden het grondgebied van de EU te verlaten als gevolg van het bestreden besluit. De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is het beroep tegen het terugkeerbesluit niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit besluit inmiddels was ingetrokken. Eiser heeft recht op proceskostenvergoeding, die door de rechtbank is vastgesteld op € 1.775,-. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.