ECLI:NL:RBDHA:2020:1216
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. M. Meijers
- Rechtspraak.nl
Intrekking van subsidie op basis van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) en de niet-ontvankelijkheid van bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een eigenaar van panden bestemd voor woningverhuur, en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (verweerder). Eiser had subsidies ontvangen in het kader van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP), maar deze subsidies zijn door verweerder ingetrokken op 29 april 2016. Eiser heeft op 19 februari 2019 bezwaar aangetekend tegen de intrekking, maar verweerder heeft dit bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. Eiser stelde dat hij eerder, op 26 mei 2016, bezwaar had gemaakt, maar kon dit niet aantonen.
De rechtbank heeft overwogen dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn is aangevangen op 30 april 2016, na de bekendmaking van het besluit. De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft aangetoond dat hij tijdig bezwaar heeft gemaakt en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Daarom heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en de beslissing van verweerder bevestigd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.