ECLI:NL:RBDHA:2020:1249

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 februari 2020
Publicatiedatum
17 februari 2020
Zaaknummer
C/09/587572 / FA RK 20-347
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot verlenging van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1992. De crisismaatregel was eerder opgelegd op 29 januari 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en een behandelend psychiater aanwezig waren. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.

De betrokkene heeft verweer gevoerd tegen de voortzetting van de crisismaatregel, stellende dat zij bezig is met herstel en dat zij buiten het ziekenhuis goed kan functioneren. De behandelend psychiater heeft echter verklaard dat de betrokkene is opgenomen met een manisch psychotisch beeld en dat haar medicatie nog niet op niveau is. De psychiater heeft aangegeven dat opname in een accommodatie niet als verplichte zorg is verzocht, wat een belangrijke factor was in de beoordeling van de zaak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, maar heeft desondanks het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de verplichte zorg in de vorm van opname niet was verzocht en dat de overige vormen van verplichte zorg niet ambulant konden worden aangeboden. De beslissing om het verzoek af te wijzen is genomen met inachtneming van de ernst van de situatie, maar ook van de juridische vereisten die aan de aanvraag zijn gesteld.

De beschikking is gegeven door rechter mr. L. Koper, bijgestaan door griffier mr. B.T.E. Groenendijk-Muller, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 februari 2020. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/587572 / FA RK 20-347
Datum beschikking: 03 februari 2020
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikkingnaar aanleiding van het op 30 januari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[de vrouw],
hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. M.Y. van der Bijl te Den Haag.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 29 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag tot het nemen van de crisismaatregel van 29 januari 2020;
  • een op 29 januari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
03 februari 2020.
1.3
Ter zitting waren de volgende personen aanwezig, die door de rechtbank zijn
gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat,
- de behandelend [psychiater 2] ,
- de [co-assistent] .
De officier van justitie heeft aangegeven niet voornemens te zijn de zitting bij te wonen en is niet ter zitting verschenen.

2.Verweer

De betrokkene heeft ter zitting verweer gevoerd inhoudende dat zij het niet prettig vindt om in het ziekenhuis te zijn. Betrokkene geeft aan dat zij bezig is met herstel en reïntegratie en dat zij het buiten het ziekenhuis denkt goed te redden.
De behandelend psychiater heeft verklaard dat de betrokkene is opgenomen met een manisch psychotisch beeld. Het gedrag is druk en dwingend. De betrokkene was vóór opname medicatie ontrouw. De medicatie is gestart maar nog niet op niveau. Het is de bedoeling dat de betrokkene opgenomen zal blijven. Het is een fout dat opname in een accommodatie niet is aangekruist als vorm van verplichte zorg. Indien en voor zover opname niet als verplichte zorg in het verzoek kan worden ingelezen verzoekt de psychiater het geheel af te wijzen aangezien het voor [verblijfplaats] niet mogelijk is om de overige vormen van verplichte zorg thuiszorg te bieden deze intensieve ambulante zorg thuis is niet haalbaar.
De advocaat heeft naar voren gebracht dat een herstel van het verzoek ter zitting haar inziens niet mogelijk is.

3.Beoordeling

3.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
3.2.
De rechtbank zal het verzoek echter toch afwijzen. De verplichte zorg opname in een accommodatie is niet verzocht door de officier van justitie en volgt evenmin uit de medische verklaring van de onafhankelijke psychiater. Nu de behandelend psychiater te kennen heeft gegeven dat de overige vormen van verplichte zorg niet ambulant kunnen worden aangeboden zal het verzoek in zijn geheel worden afgewezen.
3.4
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel niet kunnen worden verleend.

4.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. Koper, rechter, bijgestaan door mr. B.T.E. Groenendijk-Muller als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 03 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.