ECLI:NL:RBDHA:2020:12494

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 december 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
NL20.18923
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Spanje

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 december 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H. Drenth, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 27 oktober 2020 was genomen, stelde dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, waardoor de aanvraag niet in behandeling werd genomen.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 24 november 2020, waar de zaak tezamen met een andere zaak werd behandeld, is de verzoeker niet verschenen, noch zijn gemachtigde. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M.A.M. Janssen.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak (NL20.18922), een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL20.18923
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], alias
[naam 1], alias
[naam 2], verzoeker V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H. Drenth), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M.A.M. Janssen).

Procesverloop

Bij besluit van 27 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.18922, plaatsgevonden op 24 november 2020. Verzoeker is niet verschenen. De gemachtigde van verzoeker is, met kennisgeving, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.18922, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
01 december 2020
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. L.A. Banga A. Vranken
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: DSR13392827
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.