ECLI:NL:RBDHA:2020:12521
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake exploitatievergunning Drank- en Horecawet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van De Bruine Boon B.V. tegen de burgemeester van Leiden. De Bruine Boon B.V. had een aanvraag ingediend voor een Drank- en Horecawetvergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf aan de Stationsweg 1 te Leiden. De burgemeester heeft deze aanvraag op 26 juni 2020 buiten behandeling gesteld en ook de tweede aanvraag op 28 juli 2020 werd buiten behandeling gesteld. Hiertegen heeft De Bruine Boon B.V. bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat voor het treffen van een voorlopige voorziening volgens artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) 'onverwijlde spoed' vereist is. In deze zaak, die een financieel geschil betreft, is het niet snel het geval dat er sprake is van spoedeisend belang. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat de continuïteit van de onderneming wordt bedreigd. De boekhouder van verzoekster heeft weliswaar financiële nood geschetst, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat er geen onomkeerbare situatie dreigt en dat verzoekster in staat is om haar vaste lasten te voldoen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat niet is gebleken dat het primaire besluit evident onrechtmatig is. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.