ECLI:NL:RBDHA:2020:12794
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake boetebesluit au pair bureau
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die optrad onder de naam [verzoekster 2], had bezwaar gemaakt tegen een boetebesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij haar een boete van € 16.200,00 was opgelegd voor overtredingen van de Vreemdelingenwet 2000. Tijdens de zitting op 25 augustus 2020 heeft de staatssecretaris toegezegd dat het besluit zou worden geschorst totdat op het bezwaar was beslist, en dat er tot die tijd niet tot inning van de boete zou worden overgegaan.
De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien deze toezegging, het spoedeisende belang voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbrak. De rechter heeft daarnaast bepaald dat de staatssecretaris het griffierecht van € 345,- diende te vergoeden en heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 1.050,-. De uitspraak is gedaan zonder openbare zitting vanwege de Covid-19 maatregelen, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.