ECLI:NL:RBDHA:2020:12906
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van authenticiteit documenten en veiligheidssituatie in Afghanistan
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 december 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Afghaanse nationaliteit bezittende man, zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel had ingediend. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als ongegrond. Eiser had eerder asielaanvragen ingediend, waarvan de meeste niet-ontvankelijk waren verklaard of afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 november 2020, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank heeft overwogen dat de door eiser overgelegde documenten, waaronder politieoproepen, niet authentiek waren, en dat de verklaring van de Afghaanse ambassade niet voldoende was om de authenticiteit aan te tonen. Eiser voerde aan dat de veiligheidssituatie in Afghanistan was verslechterd, maar de rechtbank oordeelde dat er geen relevante wijzigingen waren die de afwijzing van de aanvraag konden onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond was afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter W.M.P. van Alphen, in aanwezigheid van griffier W. van Loon.