ECLI:NL:RBDHA:2020:13006
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Weigering uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw wegens ontbrekende toestemmingsverklaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Iraakse vreemdeling, had verzocht om uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) vanwege zijn gezondheidstoestand. Het primaire besluit, genomen op 17 september 2019, weigerde dit uitstel. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bestreden besluit van 6 maart 2020 verklaarde het bezwaar kennelijk ongegrond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet de vereiste volledig ingevulde toestemmingsverklaring heeft overgelegd, die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een medisch advies van het Bureau Medische Advisering (BMA). Ondanks dat eiser in de bezwaarfase een toestemmingsverklaring heeft ingediend, ontbrak de toestemming voor het doorgeleiden van het medisch advies, waardoor het BMA niet om advies kon worden gevraagd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet verplicht was om het BMA om advies te vragen, gezien het ontbreken van de benodigde documenten.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, omdat de relevante medische informatie niet volledig was aangeleverd. Eiser had weliswaar ernstige medische problematiek, maar zonder de juiste toestemmingsverklaringen kon de staatssecretaris geen gebruik maken van de medische adviezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.