Op 22 januari 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen Lotus Holding B.V. en Probest B.V. als eiseressen en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag als verweerder, met Strandweg Vastgoed B.V. als derde-partij. De zaak betreft een omgevingsvergunning die eerder was bestreden. In een tussenuitspraak van 18 juli 2019 had de rechtbank geconstateerd dat het bestreden besluit van 4 mei 2018 een motiveringsgebrek vertoonde, omdat verweerder niet had aangetoond dat het bouwplan voldeed aan de 'Ladder voor duurzame verstedelijking'. Verweerder kreeg de kans om dit gebrek te herstellen.
Na de tussenuitspraak heeft verweerder een reactie ingediend waarin werd gesteld dat vergunninghoudster, Strandweg Vastgoed B.V., een behoefte-onderzoek had laten uitvoeren door het Bureau Stedelijke Planning (BSP). Dit rapport concludeerde dat er een grote behoefte aan detailhandel en horeca was en dat de ontwikkeling geen onaanvaardbare ruimtelijke effecten zou hebben. De rechtbank oordeelde dat het rapport blijk gaf van een zorgvuldig onderzoek en dat de conclusies niet bestreden waren door de eiseressen.
De rechtbank concludeerde dat verweerder het motiveringsgebrek had hersteld en verklaarde het beroep gegrond. Het bestreden besluit werd vernietigd, maar de rechtsgevolgen werden in stand gelaten. Verweerder werd veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van de eiseressen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.