ECLI:NL:RBDHA:2020:13481
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B. Fijnheer
- T.R. Oosterhoff - Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Slovenië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E. Ceylan, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A.M.H. van de Wal, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Slovenië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 1 september 2020 via een beeld- en geluidverbinding, waarbij ook een andere zaak (NL20.15699) werd behandeld. Tijdens deze zitting heeft de rechtbank al uitspraak gedaan in de andere zaak, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in de onderhavige zaak kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. T.R. Oosterhoff - Vos. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.