Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaken tussen
[eiser 1] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
[naam 1] (referent) en T. Kibuuka als tolk in de taal Luganda. De rechtbank heeft het onderzoek op zitting gesloten.
Overwegingen
8 van het EVRM [8] . Als het kind niet uit een huwelijk of een met het huwelijk op één lijn te stellen relatie is geboren, neemt verweerder dit gezinsleven pas aan als de biologische vader voldoende invulling geeft aan zijn relatie met dit kind. Voor biologische moeders geldt deze eis niet. Een merkwaardig en niet onderbouwd onderscheid, aldus eisers.
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 356,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.050,-.
mr. E. Mulder, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Regelgevend kader
- erkenner;
- biologische vader (wiens kind niet uit een reëel huwelijk of niet-huwelijkse relatie is geboren);
- adoptiefouder(s);
- pleegouder(s);
- opvangouder(s);
- stiefouder(s);
- grootouder(s);
- oom/ tante;
- neef/nicht;
- minderjarige broer of zus met wie bloedverwantschap bestaat en met wie niet in hetzelfde gezin is samengeleefd;
- minderjarige broer of zus met wie geen bloedverwantschap bestaat; of
- meerderjarige broer of zus,
- De achterblijvende biologische ouder toestemming geeft voor het vertrek van het kind naar Nederland;
- De achterblijvende biologische ouder die het kind feitelijk verzorgt, en het kind derhalve niet ten laste van de referent komt, toestemming geeft voor het vertrek van het kind naar Nederland;
- […]
- De referent recente documenten heeft overgelegd, waaruit blijkt dat de achterblijvende biologische ouder, dan wel de gezaghebbende volwassene, geen toestemmingsverklaring kan overleggen; of
- De referent aanvullende gegevens en/of plausibele, aannemelijke en consistente verklaringen heeft verstrekt over de reden waarom de toestemmingsverklaring niet kan worden overgelegd, indien de referent het ontbreken van een toestemmingsverklaring niet met documenten kan onderbouwen.