Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
bovengrensmoet worden gehanteerd, terwijl het slechts een
normbedragis waarvan naar boven (en overigens ook naar beneden) kan worden afgeweken als daartoe noodzaak is.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.050,-.