ECLI:NL:RBDHA:2020:14094
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandelingstelling van asielaanvraag en inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van een Guinese eiser voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld op 18 juni 2020, omdat de eiser met onbekende bestemming was vertrokken en zich aan het toezicht had onttrokken. Eiser had op 20 oktober 2019 asiel aangevraagd, maar na zijn vertrek op 10 en 12 mei 2020, zonder melding van zijn verblijfplaats, werd hij geacht geen prijs meer te stellen op de bescherming die hij aanvankelijk zocht. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang, aangezien eiser geen contact meer had met zijn gemachtigde en niet kon worden vastgesteld dat hij nog aanspraak maakte op de asielprocedure. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter A.C.J. van Dooijeweert en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.