ECLI:NL:RBDHA:2020:14254

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 december 2020
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
NL20.19872
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 december 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, van Iraanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 10 november 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 3 december 2020, waarbij verzoeker werd bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep in een andere zaak (NL20.19871), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier R.G. Kamphof, en is op rechtspraak.nl gepubliceerd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.19872

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.M. Tjong Kim Sang),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M. van der Lubbe).

Procesverloop

Bij besluit van 10 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.19871, plaatsgevonden op 3 december 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. M. Stoetzer-van Esch, als waarnemer van zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Iraanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1984] .
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.19871, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid vanmr. R.G. Kamphof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.