ECLI:NL:RBDHA:2020:14274

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 september 2020
Publicatiedatum
19 februari 2021
Zaaknummer
NL20.16114
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak in beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, een Ivoriaanse nationaliteit, had op 21 augustus 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 11 september 2020, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. F.J.E. Hogewind, en waar ook een tolk, M. Jalloh, aanwezig was. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. J.A.C.M. Prins. Tijdens de zitting werd de zaak NL20.16113 behandeld, die samenhing met het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de uitspraak in de hoofdzaak (zaaknummer NL20.16113), er geen noodzaak meer bestond voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. De uitspraak is bekendgemaakt op 24 september 2020.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.16114
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[vezoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.J.E. Hogewind), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.A.C.M. Prins).

Procesverloop

Bij besluit van 21 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.16113, plaatsgevonden op 11 september 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Jalloh. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Ivoriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 2000.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.16113, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op door mr. L.M. Reijnierse, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra - Foppen, griffier. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
24 september 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.