ECLI:NL:RBDHA:2020:14331

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
1 maart 2021
Zaaknummer
NL20.8389
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na intrekking besluit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H. Drenth, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. Ch. R. Vink, niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Op 24 juni 2020 heeft de Staatssecretaris echter aangegeven dat het besluit was ingetrokken en dat de asielaanvraag inhoudelijk in behandeling zou worden genomen. Ondanks deze intrekking heeft verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening gehandhaafd en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan.

De rechtbank heeft in de hoofdzaak uitspraak gedaan en het beroep van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. Gezien deze beslissing in de hoofdzaak was er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening, waardoor het verzoek werd afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, aangezien de verweerder een nieuw besluit had genomen op basis van nieuwe omstandigheden. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.J. Sprakel, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof, en is bekendgemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.8389
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. H. Drenth),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. Ch. R. Vink).

Procesverloop

Bij besluit van 7 april 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Op 24 juni 2020 heeft verweerder te kennen gegeven dat hij het besluit heeft ingetrokken en de asielaanvraag inhoudelijk in behandeling zal nemen.
Naar aanleiding hiervan heeft verzoeker het verzoek gehandhaafd en verzocht verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak.
De rechtbank heeft vandaag uitspraak gedaan in de hoofdzaak en het beroep niet- ontvankelijk verklaard. Vanwege die beslissing in de hoofdzaak is er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Verweerder heeft namelijk een nieuw besluit genomen vanwege nieuwe omstandigheden.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 26 augustus 2020 door mr. M.E.J. Sprakel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
26 augustus 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.