ECLI:NL:RBDHA:2020:14519
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beslissing over asielaanvragen onder de Dublinverordening met betrekking tot Spanje
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan over de asielaanvragen van twee eisers, die niet in behandeling zijn genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvragen op basis van de Dublinverordening, omdat de eisers illegaal Europa zijn binnengekomen via Spanje. De Spaanse autoriteiten hebben ingestemd met de overname van de asielverzoeken van de eisers.
Eisers hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van 10 september 2020, waarin hun aanvragen niet in behandeling zijn genomen. Tijdens de zitting op 6 oktober 2020 zijn de eisers niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaken ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan en de beroepen ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft overwogen dat de eisers niet hebben aangetoond dat Spanje niet kan worden vertrouwd op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De enkele stelling dat de omstandigheden voor asielzoekers in Spanje slecht zijn, is onvoldoende om aan te nemen dat Spanje niet in staat is om de asielaanvragen op een humane manier te behandelen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de uitbraak van het Corona-virus geen reden vormt om de overdracht aan Spanje te belemmeren. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris de asielaanvragen niet in behandeling hoefde te nemen, ook niet op een onverplichte basis, en dat de beroepsgronden van de eisers niet slagen.