Overwegingen
1. Eiseres stelt dat zij de Somalische nationaliteit heeft en dat zij is geboren op [geboortedatum] 2001.
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat haar ouders bij een bomaanslag in Mogadishu zijn omgekomen, waarna eiseres bij haar tante is gaan wonen. Daar kwam een oude man, die lid is van Al-Shabaab, en die heeft tegen haar tante gezegd dat hij met eiseres wil trouwen. Eiseres wilde dit niet en is gevlucht. Eiseres is bang dat hij wraak neemt als zij terugkeert. Daarnaast heeft eiseres als alleenstaande jonge vrouw in Somalië te vrezen. Eiseres heeft verder verklaard dat zij twee jaar geleden door twee mannen is verkracht, maar dit was voor haar geen reden om te vluchten.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Eiseres heeft verklaard dat zij [eiseres] is, geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] in Somalië. Voorts heeft eiseres verklaard dat zij de Somalische nationaliteit heeft en dat zij behoort tot de stam [.] , substam [..] ;
Eiseres heeft verklaard dat zij twee jaar geleden verkracht is door twee mannen;
Eiseres heeft verklaard dat haar ouders zijn omgekomen bij een bomaanslag in Mogadishu;
Eiseres heeft verklaard dat haar stiefmoeder haar uit wil huwelijken aan iemand van Al-Shabaab;
Eiseres stelt dat de algemene situatie in Somalië onveilig is.
4. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat de identiteit, nationaliteit, herkomst en etniciteit van eiseres geloofwaardig worden geacht. Eveneens wordt de verkrachting geloofwaardig geacht. De dood van haar ouders en de uithuwelijking aan iemand van Al-Shabaab heeft verweerder niet geloofwaardig geacht. Eiseres heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat zij bij uitzetting een reëel risico loopt op ernstige schade. In Somalië is geen sprake van een uitzonderlijke situatie en eiseres behoort ook niet tot een kwetsbare minderheidsgroep. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
5. Eiseres voert aan dat zij weliswaar niet kan bewijzen dat haar ouders zijn overleden, maar dat dit, in tegenstelling tot wat verweerder stelt, niet alleen is gebaseerd op vaagheden. Haar ouders zijn omgekomen bij een bomaanslag, wat onmogelijk te staven is met documenten. Dat er geen lijken zijn gevonden, doet niet af aan het feit dat haar ouders in Mogadishu waren toen de bomaanslag plaatsvond en dat zij sindsdien worden vermist. Er is sprake van een rechtsvermoeden van overlijden. Juridisch gezien heeft eiseres daarvoor geen aanknopingspunten, omdat een en ander in Somalië anders is geregeld dan in Nederland. Dit mag haar echter niet worden aangerekend.
6. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat eiseres geen stukken ter onderbouwing van het overlijden van haar ouders heeft overgelegd. Hoewel begrijpelijk is dat niet altijd met zekerheid is vast te stellen dat iemand is omgekomen bij een bomaanslag, heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar ouders bij een bomaanslag in Mogadishu zijn omgekomen. Hierbij is van belang dat vanwege tegenstrijdige verklaringen onduidelijk is wanneer eiseres haar ouders voor het laatst heeft gezien. Daarnaast heeft zij geen informatie verstrekt over wat haar ouders gingen doen en heeft zij geen concrete informatie gegeven over de bomaanslag waarbij haar ouders zouden zijn omgekomen. Het is gebleven bij de enkele stelling dat de ouders van eiseres in Mogadishu waren, dat er een bomaanslag heeft plaatsgevonden en dat zij sindsdien vermist zijn. Er is geen enkel aanknopingspunt of begin van bewijs gegeven om het relaas van eiseres te staven. Dit had wel van eiseres mogen worden verwacht. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.
7. Eiseres voert verder aan dat haar ten onrechte wordt tegengeworpen dat zij tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd, terwijl zij heeft verklaard amper opleiding te hebben genoten en een zeer slecht besef van tijd te hebben. Verweerder zegt dat rekening is
gehouden met haar leeftijd en achtergrond en dat aan het begin van elk gehoor is gezegd dat zij het aan moest geven als zij een vraag niet begreep of als zij een vraag niet precies kon beantwoorden. Dit is niet voldoende om rekening te houden met haar leeftijd en achtergrond. Eiseres voert verder aan dat pas in het voornemen is gebleken wat verweerder onduidelijk of tegenstrijdig vond. In de zienswijze heeft eiseres getracht een en ander te verklaren en uit te leggen. Dit heeft zij ook getracht in correcties en aanvullingen.
8. De rechtbank overweegt hierover dat uit de verslagen van de verschillende gehoren naar voren komt dat uitgebreid is doorgevraagd op de verschillende onderwerpen, dat er veel tijd is genomen om eiseres te horen en dat zij respectvol is behandeld. Eiseres heeft zelf na elk gehoor verklaard de tolk goed te hebben begrepen en na het nader gehoor heeft ze daarnaast ook verklaard dat ze het gehoor fijn heeft gevonden en alles heeft kunnen verklaren. Gelet op deze gang van zaken is de rechtbank van oordeel dat verweerder zorgvuldig heeft gehandeld bij het horen van eiseres. Na de gehoren had eiseres de mogelijkheid om via correcties en aanvullingen haar verklaringen te corrigeren. Eiseres heeft correcties en aanvullingen ingebracht, maar daarbij heeft zij niet de later door verweerder in het voornemen tegengeworpen tegenstrijdigheden gecorrigeerd. Hiervoor heeft zij in de zienswijze de mogelijkheid gehad en die zienswijze is door verweerder in het bestreden besluit betrokken. De rechtbank acht deze gang van zaken niet onzorgvuldig. Tot slot heeft eiseres slechts gesteld dat de werkwijze van verweerder onzorgvuldig was, maar heeft zij op geen enkele wijze toegelicht waarom dat zo was en wat verweerder volgens haar had moeten doen. De beroepsgrond slaagt niet.
9. Over de beroepsgronden die betrekking hebben op het verblijf van eiseres bij haar tante/stiefmoeder en de familierelatie met haar overweegt de rechtbank dat verweerder niet ten onrechte aan eiseres heeft tegengeworpen dat zij hierover niet consistent heeft verklaard. Het verblijf bij haar tante/stiefmoeder hangt samen met het moment dat eiseres haar ouders voor het laatst heeft gezien, voordat zij naar Mogadishu gingen. Eiseres heeft verschillende periodes genoemd, te weten twee jaar, zes maanden en twee maanden. De rechtbank verwijst naar hetgeen verweerder in het voornemen1 hierover heeft overwogen. Eiseres heeft geen afdoende verklaring gegeven voor deze inconsistente verklaringen. Ook heeft eiseres inconsistent verklaard over de tante/stiefmoeder bij wie zij zou hebben verbleven. Eiseres heeft verschillende namen genoemd en heeft niet consistent verklaard over de familierelatie die zij met deze vrouw zou hebben. De rechtbank verwijst naar wat verweerder hierover in het voornemen2 heeft overwogen. Dat wat eiseres hierover in beroep heeft aangevoerd, doet niet af aan deze inconsistenties. De beroepsgronden slagen daarom niet.
10. Eiseres voert verder aan dat zij niet met bewijs kan staven dat de man die met haar wilde trouwen tot Al-Shabaab behoorde, maar dat haar verklaringen hierover duidelijk zijn. Verweerder heeft niet onderbouwd op welke wijze eiseres dit moet bewijzen.
11. De rechtbank overweegt hierover dat verweerder niet ten onrechte aan eiseres heeft tegengeworpen dat de verklaringen over de man inconsistent zijn. Eiseres heeft immers zelf verklaard dat leden van Al-Shabaab in haar omgeving moeilijk te herkennen zijn, maar zegt, zonder hiervoor bewijs te hebben, toch zeker te weten dat deze man lid is van Al-Shabaab. De door eiseres gegeven beschrijving van de man voldoet echter niet aan de beschrijving die eiseres heeft gegeven van iemand die lid is van Al-Shabaab.
1. Pagina 3, vierde alinea
Daarnaast heeft verweerder niet ten onrechte tegengeworpen dat de verklaringen van eiseres over de uithuwelijking en instemming door haar tante/stiefmoeder zijn gebaseerd op aannames van de kant van eiseres. Eiseres heeft verklaard dat zij niet heeft gehoord dat haar tante/stiefmoeder instemde met het huwelijk. Zij heeft alleen gezien dat de tante/stiefmoeder niet tegen de opmerking van de man dat hij wilde trouwen inging en eiseres ging er daarom van uit dat haar tante/stiefmoeder daarmee akkoord was3. Ook deze beroepsgronden slagen niet.
12. Over de beroepsgrond dat eiseres ten onrechte niet als alleenstaande jonge vrouw is aangemerkt oordeelt de rechtbank dat deze beroepsgrond niet slaagt. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres niet als zodanig kan worden aangemerkt. Immers, niet geloofwaardig is bevonden dat haar ouders zijn overleden en daarnaast heeft eiseres verklaard onderdak te hebben gehad bij haar tante/stiefmoeder en haar opa. De enkele stelling dat zij momenteel geen contact heeft met haar familie maakt niet dat zij als alleenstaande vrouw moet worden aangemerkt.
13. Gelet op het voorgaande is de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.