ECLI:NL:RBDHA:2020:14771

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2020
Publicatiedatum
2 juni 2021
Zaaknummer
NL20.2086
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Eritrese vrouw wegens onvoldoende onderbouwing van vrees voor militaire dienstplicht en medische zorg in Eritrea

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Eritrese vrouw. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres vreesde voor militaire dienstplicht en onvoldoende medische zorg in Eritrea, maar dat de Staatssecretaris deze vrees niet aannemelijk achtte. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de eiseres onderzocht, waaronder haar gezondheidsklachten en de situatie in Eritrea. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor haar claims over de militaire dienstplicht en de medische zorg. De rechtbank oordeelde dat de eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij bij terugkeer naar Eritrea problemen zou ondervinden vanwege haar militaire dienstplicht of haar medische situatie. De rechtbank heeft ook de argumenten van de eiseres over vrouwenbesnijdenis en huiselijk geweld afgewezen, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en veroordeelde de Staatssecretaris in de proceskosten van de eiseres tot een bedrag van € 1.050,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.2086

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.H. van der Linden),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: K. Elias).

Procesverloop

Bij besluit van 30 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 oktober 2020. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Kahsay. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres stelt dat zij de Eritrese nationaliteit heeft en dat zij is geboren op [1994] .
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij vreesde dat zij ondanks haar gezondheidsklachten in militaire dienst moest. Tevens was de behandeling voor haar klachten ontoereikend in Eritrea. Daarbij is er in Eritrea geen goede democratie en wilde eiseres graag bij haar man zijn, die al uit Eritrea was vertrokken. Dit alles bij elkaar opgeteld heeft ertoe geleid dat zij op illegale wijze is vertrokken uit Eritrea.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • militaire dienstplicht;
  • situatie in Eritrea;
  • leven zonder haar echtgenoot;
  • illegale uitreis.
4. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat het eerste element geloofwaardig is. De overige elementen heeft verweerder niet geloofwaardig geacht. Verweerder heeft verder de vrees van eiseres voor vrouwenbesnijdenis bij terugkeer niet aannemelijk geacht. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
5. De rechtbank stelt vast dat eiseres tegen het vierde element (leven zonder haar echtgenoot) geen gronden heeft aangevoerd, zodat dit onbesproken zal blijven.
Inlassing zienswijze
6. Eiseres merkt allereerst op dat de namens haar ingediende zienswijze en aanvullende zienswijze hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd. De beschikking maakt het standpunt van eiseres niet anders.
7. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit op de in de zienswijzen aangevoerde gronden heeft gereageerd. Nu eiseres in het aanvullend beroepschrift niet heeft gesteld dat en waarom die reactie van verweerder tekortschiet of onjuist is, kan het beroep op de (aanvullende) zienswijze niet leiden tot een gegrondverklaring van het beroep.
Militaire dienstplicht
8. Eiseres stelt dat zij zich meldde voor dienstplicht en dat zij gedurende twee maanden naar huis mocht omdat zij ziek was. In het document dat zij meekreeg, stond dat zij na twee maanden moest terugkeren. Er was een lijst op het administratiekantoor met mensen die terug moesten en er vonden razzia's plaats. Daarom verbleef zij niet de hele tijd bij haar ouders. Er kwamen mensen bij haar ouders aan de deur en zij hebben aangegeven dat eiseres heel ziek was en niet in staat was om haar militaire dienstplicht te vervullen. Eiseres werkte alleen als zij hiertoe in staat was en zij benadrukt dat zij werkte voor een particulier bedrijf. Nu zij zich in Eritrea heeft onttrokken aan de dienstplicht, kan zij niet terug naar dit land. Zij wijst op het Algemene Ambtsbericht over Eritrea van oktober 2019 waar de sancties zijn beschreven voor mensen die zich onttrekken aan de dienstplicht. Zij verwijst ook naar een verklaring van Human Rights Watch van 11 maart 2019.
9. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij persoonlijk bij terugkeer naar Eritrea problemen zal krijgen vanwege de militaire dienstplicht. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat het enkel verwijzen naar openbare informatie over de dienstplicht niet voldoende is. Verweerder heeft er bovendien niet ten onrechte op gewezen dat eiseres heeft verklaard dat zij in de periode van drie jaar onafgebroken bij haar ouders heeft gewoond en dat zij werkte, zo heeft zij in het gehoor verklaard, voor een overheidsbedrijf. Dat zij nu stelt dat het een particulier bedrijf was en dat zij afwisselend elders heeft gewoond, maakt dit niet anders. Over de lijst die bij het administratiekantoor ligt, heeft eiseres zelf verklaard dat zij daar niet op stond. Verweerder heeft, gelet op eiseres eigen verklaringen, niet ten onrechte gesteld dat eiseres is opgeroepen voor de dienstplicht, maar naar huis gestuurd omdat zij ziek was en dat de autoriteiten nooit meer naar haar op zoek zijn geweest om alsnog de dienstplicht af te maken. De beroepsgrond slaagt niet.
Situatie in Eritrea
10. Verder stelt eiseres dat de medische voorzieningen in Eritrea niet voldoende zijn. Eiseres kreeg wel medicijnen voor haar epilepsie, maar deze waren veel te zwaar, waardoor zij zich niet goed voelde. Eiseres is na haar aankomst in Nederland doorgestuurd naar het ziekenhuis en is geadviseerd om contact op te nemen met de huisarts GZA.
11. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat uit de verklaringen van eiseres blijkt dat zij in Eritrea toegang had tot toereikende gezondheidszorg. Zij had toegang tot artsen en kreeg medicijnen voorgeschreven. Dat de medische zorg niet foutloos was, maakt nog niet dat eiseres om die reden bij terugkeer naar Eritrea een reëel risico loopt op ernstige schade. De beroepsgrond slaagt niet.
Illegale uitreis
12. Eiseres stelt dat zij Eritrea illegaal heeft verlaten. Zij stelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom haar medische klachten, de verkrachting en de problemen met haar man geen verschoonbare verklaring oplevert voor de tegenstrijdigheden. Ook tijdens de bespreking met de advocaat kon zij zich niet goed concentreren, waardoor de tegenstrijdigheden er niet zijn uitgehaald. In beroep geeft zij alsnog een uitleg met betrekking tot de tegenstrijdigheden. Zij wijst verder op het Algemeen Ambtsbericht over Eritrea van oktober 2019 waar wordt ingegaan op de situatie van personen die op illegale wijze hun land hebben verlaten. Eiseres zal bij terugkeer naar Eritrea gearresteerd en gedetineerd worden. Reeds vanwege het feit dat eiseres illegaal het land heeft verlaten, dient zij voor een verblijfsvergunning asiel in aanmerking te komen, aldus eiseres. Daarnaast stelt eiseres dat het heel aannemelijk is dat zij Eritrea illegaal heeft verlaten. Immers, om het land legaal te verlaten heb je een uitreisvisum nodig en in de praktijk krijgt bijna niemand een uitreisvisum.
13. De rechtbank stelt voorop dat uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 20 juni 2019 [1] volgt dat dat het aan een vreemdeling is om zijn gestelde illegale uitreis uit Eritrea aannemelijk te maken en dat, juist omdat het onmogelijk is om een illegale uitreis met documenten te bewijzen, doorslaggevend gewicht toekomt aan de geloofwaardigheid van de verklaringen van een vreemdeling. Voor de beoordeling of aannemelijk is dat een vreemdeling Eritrea illegaal heeft verlaten, is niet alleen van belang of een vreemdeling geloofwaardig heeft verklaard over die uitreis, maar is ook relevant of de overige verklaringen van de vreemdeling geloofwaardig zijn.
14. Voor zover eiseres heeft gesteld dat zij vanwege haar medische klachten, verkrachting en problemen met haar man niet goed kon verklaren, overweegt de rechtbank dat eiseres niet heeft onderbouwd dat haar situatie en de genoemde omstandigheden maken dat zij niet consistent kon verklaren. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres op essentiële punten tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd, hetgeen afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van haar verklaringen hieromtrent. Zo heeft eiseres niet consistent verklaard over het moment van haar uitreis. Niet valt in te zien dat eiseres daarover niet consistent kan verklaren. Voorts heeft zij vage verklaringen afgelegd over het voorbereiden van de reis. Haar is de open vraag gesteld wat zij heeft meegenomen en zij heeft verklaard enkel een beetje kleding en wat chocolade te hebben meegenomen. Verweerder heeft niet ten onrechte gesteld dat niet valt in te zien dat eiseres haar reis niet heeft voorbereid, nu ze heeft verklaard medische problemen te ondervinden en meerdere keren per dag epileptische aanvallen te krijgen. Dit doet dan ook afbreuk aan de geloofwaardigheid van haar verklaringen omtrent haar uitreis. Voorts wordt overwogen dat betrokkene wisselend heeft verklaard over de personen die op de hoogte waren van haar plannen voor vertrek. Dat eiseres hierover wisselend heeft verklaard, doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van haar verklaringen. De poging van eiseres om in beroep nog tegenstrijdigheden weg te nemen, is een gepasseerd station, nu het aan eiseres is om consistente aannemelijke verklaringen af te leggen in de gehoorfase. Verweerder heeft voorts niet ten onrechte gesteld dat nu de reden van eiseres om te vertrekken niet geloofwaardig is geacht, niet valt in te zien waarom zij zou hebben gekozen om illegaal uit te reizen. Voor zover eiseres heeft gesteld dat voor legaal vertrek een uitreisvisum nodig is, is de rechtbank van oordeel dat nergens uit is gebleken dat eiseres geen uitreisvisum had, en in dit geval niet kon krijgen. De stelling van eiseres dat een uitreisvisum nodig is om het land legaal te verlaten en dat in de praktijk bijna niemand een uitreisvisum krijgt, is een algemene stelling en maakt niet dat ook voor eiseres daarmee vast staat dat zij geen uitreisvisum had. Gelet hierop slaagt de beroepsgrond niet.
Besnijdenis
15. Eiseres handhaaft haar stelling vrouwenbesnijdenis ten onrechte niet als relevant element is aangemerkt. Daarnaast merkt eiseres op dat zij bij terugkeer ook het risico loopt op besnijdenis. Eiseres verwijst in dit kader naar pagina 43 van het Algemeen Ambtsbericht Eritrea van juni 2018, waaruit blijkt dat de Eritrese wetgeving FGM sinds maart 2007 verbiedt. De straf voor het uitvoeren van FGM is maximaal drie jaar gevangenisstraf en een boete. Desondanks wordt FGM in Eritrea nog toegepast.
16. De rechtbank is met eiseres (en verweerder blijkens het verweerschrift en de toelichting ter zitting) van oordeel dat verweerder het gestelde risico van eiseres op besnijdenis ten onrechte niet als relevant element heeft aangemerkt. Naar het oordeel van de rechtbank bevat het bestreden besluit gelet op het voorgaande in zoverre een gebrek. De rechtbank passeert dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat niet is gebleken dat eiseres in haar belangen is geschaad. Verweerder heeft immers het risico op besnijdenis wel getoetst in het besluit.
17. Voorts is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet ten onrechte heeft gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer te vrezen heeft voor besnijdenis en dat de enkele verwijzing naar algemene informatie over vrouwenbesnijdenis in dit kader onvoldoende is.
Verblijfsvergunning regulier
18. Eiseres stelt dat zij in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier omdat zij na aankomst in Nederland door haar echtgenoot is mishandeld, tegen haar echtgenoot aangifte heeft moeten doen en om die reden van hem gescheiden is. Eiseres is met toestemming van de Nederlandse autoriteiten naar Nederland gekomen. Zij kan er niets aan doen dat haar echtgenoot hier in Nederland veranderd is en haar mishandelt. Eiseres is dan ook van mening dat zij voor een verblijfsvergunning regulier onder humanitaire gronden niet tijdelijk in aanmerking behoort te komen.
19. De rechtbank overweegt dat verweerder in het voornemen reeds heeft getoetst aan artikel 3.48, tweede lid, onder b, van het Vreemdelingenbesluit 2000. Daar is overwogen dat de enkele stelling dat er sprake zou zijn van huiselijk geweld daarvoor niet voldoende is. De rechtbank stelt vast dat eiseres het huiselijk geweld in beroep evenmin heeft onderbouwd, zodat deze beroepsgrond niet kan slagen. De rechtbank merkt op dat tijdens de zitting is gebleken dat partijen over een verblijfsvergunning regulier inmiddels in gesprek zijn en dat eiseres in dit kader is gevraagd om stukken te overleggen in het kader van huiselijk geweld. Eiseres zal in dat kader een onderbouwing moeten geven.
Artikel 64
20. Voor wat betreft artikel 64 van de Vw merkt eiseres op dat zij onder behandeling is en zij om die reden voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw in aanmerking dient te komen. In haar eigen land kreeg eiseres wisselend een te hoge doses medicatie. Heel vaak was er geen medicatie. Daarnaast vonden bepaalde onderzoeken niet plaats. Hier in Nederland is eiseres onder behandeling en krijg zij een juiste doses medicatie. Ook krijg zij de medicatie constant.
21. De rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht heeft overwogen dat eiseres haar medische klachten niet heeft onderbouwd met enige documentatie waardoor er geen toepassing van artikel 64 Vw plaatsvindt. Ook thans in beroep heeft eiseres geen documenten overgelegd om haar medische situatie te onderbouwen. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie
22. Het beroep is ongegrond.
23. Gelet op het in rechtsoverweging 16. geconstateerde gebrek en de toepassing van artikel 6:22 van de Awb bestaat er aanleiding verweerder te veroordelen in de proceskosten van eiseres. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.050,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond.
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.050,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A. Beijl, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.ECLI:NL:RVS:2019:1955, te raadplegen op