ECLI:NL:RBDHA:2020:14815
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- L.M. Reijnierse
- L.M. Kleijn
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Eritrese verzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Eritrese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard bij besluit van 14 augustus 2020. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van de zaak vond plaats op 28 augustus 2020 via een Skype-beeldverbinding, in verband met de coronamaatregelen. De verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. H.M. Schurink-Smit, en de verweerder door mr. Y. Rikken. Tijdens de zitting trad S.A.M. Mohammed op als tolk.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in een andere zaak (NL19.15599) die op dezelfde dag is gedaan, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. Kleijn. De uitspraak is niet op een openbare zitting uitgesproken, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. De uitspraak is bekendgemaakt op 14 september 2020.