ECLI:NL:RBDHA:2020:14834
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B. Fijnheer
- S. Westerhof
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met intrekking verblijfsvergunning en terugkeerbesluit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een vreemdeling, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin zijn verblijfsvergunning werd ingetrokken en hem een terugkeerbesluit werd opgelegd, inclusief een zwaar inreisverbod van 10 jaar. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij niet wilde worden uitgezet voordat er een beslissing op zijn bezwaar was genomen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris zich niet verzet tegen de toewijzing van het verzoek om voorlopige voorziening. De rechter heeft het verzoek om vrijstelling van griffierecht toegewezen en overwogen dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed is. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om verzoeker uit te zetten totdat er op het bezwaar is beslist.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 525,-. De uitspraak is gedaan zonder openbare zitting, als gevolg van de coronamaatregelen, en zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.