ECLI:NL:RBDHA:2020:14841

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 augustus 2020
Publicatiedatum
14 juni 2021
Zaaknummer
NL20.14753
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asiel na beslissing op beroep

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2020 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielprocedure. De verzoeker, van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 juli 2020 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 21 augustus 2020, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M. Terpstra, en een tolk, A. Ouazizi. De verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, L.M.F. Verhaegh. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de rechtbank inmiddels op het beroep had beslist in een andere zaak (NL20.14752), waardoor de mogelijkheid voor het treffen van een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de overweging dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is zolang de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 28 augustus 2020 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.14753
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M. Terpstra), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: L.M.F. Verhaegh).

Procesverloop

Bij besluit van 24 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.14752, plaatsgevonden op 21 augustus 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Ouazizi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1995] .
Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.14752, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
28 augustus 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.