3.4De beoordeling van de tenlastelegging.
De rechtbank ziet zich, mede in het licht van de door de raadsman gevoerde bewijsverweren, gesteld voor de vraag of de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar is en of deze verklaring voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 20 juli 2011 doet [aangeefster] namens [slachtoffer] aangifte, nu [slachtoffer] verstandelijk beperkt is en functioneert op een leeftijd van 5 tot 7 jaar. Aangeefster was de pleegmoeder van [slachtoffer] , maar sinds [slachtoffer] meerderjarig is zorgt aangeefster voor haar zonder dat dit officieel geregeld is. [slachtoffer] woont bij aangeefster thuis.
Aangeefster heeft verklaard dat zij, toen zij op 28 juni 2011, omstreeks 20.10 uur thuis kwam, [slachtoffer] liggend tegen de wand van de gang aantrof. Zij hoorde dat [slachtoffer] huilde.
Ze tilde [slachtoffer] van de grond en nam haar mee naar de woonkamer. [slachtoffer] hield haar steeds vast en zei dat zij iets ging vertellen, maar dat aangeefster niet boos mocht worden. [slachtoffer] vertelde dat ze was verkracht. [slachtoffer] vertelde dat ze buiten in de tuin achter de flat op een bankje was gaan zitten en dat er toen een man was langsgelopen, die daarna terugkwam en aan haar vroeg of zij Somalisch was. Hij vroeg of ze in de buurt woonde en of ze wist waar zij iets te drinken konden halen. [slachtoffer] heeft haar huis aangewezen en is samen met die man naar de [winkel] gegaan. Daar heeft de man iets te drinken gekocht en vervolgens is [slachtoffer] met de man op een andere bank, vlak bij de kerk gaan zitten.
De man vroeg aan [slachtoffer] of hij de wc mocht gebruiken. [slachtoffer] heeft hem meegenomen naar huis. [slachtoffer] heeft de man iets te drinken gegeven en aan de man vertelt dat zij samen met haar zus woonde. Vervolgens heeft [slachtoffer] hem het huis laten zien. De man vroeg om een oplader van een mobiele telefoon. [slachtoffer] was deze aan het zoeken in haar kamer en de man kwam vervolgens vanuit de woonkamer naakt haar kamer binnen.
Hij tikte op haar schouder, pakte haar beet en gooide haar op het matras. De man trok de kleren van [slachtoffer] uit en zij werd bij haar polsen vastgepakt. [slachtoffer] zei dat de man haar benen omhoog deed en haar verkrachtte. [slachtoffer] schreeuwde en de man pakte haar bij haar haren. Hij zei dat hij haar dood zou maken als ze bleef schreeuwen. [slachtoffer] zei dat de man met zijn lul in haar vagina ging en ook dat hij met zijn penis tussen haar billen ging. [slachtoffer] bleef schreeuwen.
Toen deed de man zijn hand over haar mond en zei hij dat hij haar dood zou maken als ze niet ophield met schreeuwen. Vervolgens ging de man met zijn lul in haar mond en kwam er geel water uit zijn lul. [slachtoffer] zei dat ze ging overgeven.
Daarna probeerde [slachtoffer] weg te komen en heeft de man haar vastgepakt en is hij weer bij haar achterkant binnen gekomen. Hij pakte haar bij haar zijkant beet. [slachtoffer] had de deurkruk vast en de man trok haar los. Daardoor kwam zij met haar hoofd tegen de muur. De man pakte [slachtoffer] weer en gooide haar op het bed. [slachtoffer] bleef schreeuwen en de man
bedreigde haar. Hij zei dat hij haar van het balkon zou gooien en dat ze rustig moest blijven. Daarna is de man weer met zijn lul in de vagina van [slachtoffer] gegaan. [slachtoffer] heeft aangewezen dat de man haar pijn heeft gedaan in haar kruis.
De man was naar de woonkamer gegaan en kwam aangekleed de slaapkamer van [slachtoffer] weer in. Ze vroeg hem waarom hij dat met haar had gedaan en de man zei weer dat ze rustig moest blijven omdat hij haar anders dood zou maken. [slachtoffer] zei tegen dat man dat hij weg moest gaan omdat haar zus zo kon thuiskomen en dat zij naar de politie zou gaan. Toen is de man weggegaan.
[slachtoffer] kreeg nadat zij aan aangeefster haar verhaal had gedaan, aanvallen en aangeefster heeft haar medicatie gegeven. [slachtoffer] moest eerst rustig worden. Ze heeft [slachtoffer] niet laten douchen.
De volgende ochtend is aangeefster met [slachtoffer] naar de politie gegaan en daarna naar het ziekenhuis.
Aangeefster is ook met [slachtoffer] naar de [winkel] gegaan. Toen [slachtoffer] de beelden van zichzelf zag met een jongen met een voetbalshirt aan en een donkerblauwe korte broek, zei zij dat dat de man is die haar pijn heeft gedaan.
Aangeefster herkende de man die zij eerder buiten op straat had gezien.
De buurvrouw op [nummer] heeft aldus aangeefster op 29 juni 2011 verklaard dat zij [slachtoffer] de dag ervoor rond 18.45 uur samen met een man op het bankje heeft zien zitten.
Toen aangeefster [slachtoffer] in de gang aantrof, lag zij trillend, huilend en spugend in de gang.
Aangeefster heeft blauwe plekken op de schouders en de bovenarmen van [slachtoffer] gezien en op één bovenbeen. Ook heeft aangeefster gezien dat de lip van [slachtoffer] iets dikker was en zij had lang pijn in haar nek en kon haar hoofd moeilijk draaien.
In de slaapkamer van [slachtoffer] was het bed rommelig alsof er ruzie was geweest en een spiegel en een schilderij waren van de muur gevallen.
Op 29 juni 2011 heeft er een medisch forensisch onderzoek plaatsgevonden van [slachtoffer] .
Er is bloed in de vagina en de anus van [slachtoffer] aangetroffen. Ook zijn er drie scheurwonden om en in de anus van [slachtoffer] aangetroffen.
Uit een forensisch geneeskundige letselbeschrijving blijkt dat scheurwonden aan de anus kunnen zijn veroorzaakt door insertie van de anus met een voorwerp, bijvoorbeeld een penis.
Op 31 augustus 2011is [slachtoffer] in een zogeheten studioverhoor zelf ook gehoord.
Kort weergegeven verklaarde zij dat de man die zij mee naar huis genomen omdat hij naar de wc moest, toen zij in haar slaapkamer op zoek was naar de naar de telefoonoplader,
opeens helemaal naakt in haar kamer stond. Ze schrok en was in paniek. De man heeft haar
op het matras geduwd. Hij heeft haar kleding en onderbroek met geweld afgerukt. [slachtoffer] was ongesteld en haar maandverband viel ook. De man heeft ook met geweld haar hoofddoek af getrokken. Zijn ding, zijn penis, was dik en hij ging met zijn ding heen en weer. Drie keer bij haar vagina en eenmaal in haar kont. Hij deed met geweld haar benen uit elkaar en heeft haar aan haar haren getrokken. Het deed erg veel pijn. Ze probeerde te vluchten. De man hield haar tegen. De man heeft geen condoom gebruikt.
De man zei dat hij zijn ding in haar mond ging stoppen. De man hield haar hoofd vast. Toen kwam er wit water, dat heeft [slachtoffer] geproefd, het was vies. Ze moest daarna overgeven.
De man heeft [slachtoffer] ook bedreigd. Hij zei: je mag niet gillen mag niet schreeuwen anders ga ik jou afslachten en dan gooi ik jou van het balkon.
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij bang is, dat zij niet meer alleen op haar kamer slaapt en niet meer alleen op straat durft. De man die op de beelden bij de [winkel] te zien is, is de man die het heeft gedaan.
Tegen mevrouw [getuige] , een consulente van MEE Zuid-Holland Noord, die uit hoofde van haar functie bekend is met [slachtoffer] , heeft [slachtoffer] ook verteld dat zij is verkracht.
Uit een verslag van GZ-psycholoog [naam 1] blijkt dat [slachtoffer] een verstandelijke beperking heeft.
Op een dekbedhoes in de kamer van [slachtoffer] zijn bloedsporen onderzocht waarin DNA van een onbekende man werd aangetroffen.Deze sporen zijn opgenomen in de Nederlandse Databank en vervolgens vergeleken met een aantal buitenlandse profielen. Hierbij is een match gevonden met een DNA-profiel uit [geboorteplaats] . Het DNA-profiel bleek te behoren bij [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] , de verdachte.
Onderzoek in het landelijke politiesysteem leverde als informatie op dat de verdachte in de periode van 29 september 2010 tot en met 9 augustus 2011 ingeschreven heeft gestaan op het adres [adres] .
Verklaringen van de verdachte
De verdachte heeft bij de politie, bij de rechter-commissarisen ter terechtzitting van
6 februari 2020verklaard dat hij degene is geweest die op 28 juni 2011 in Leidschendam een gesprek is begonnen met [slachtoffer] , die op een bankje zat op straat, en dat zij kort daarna naar haar woning zijn geweest waar hij seks met haar heeft gehad. Deze seks bestond uit vaginale en orale seks. Ook kan het zijn dat de verdachte [slachtoffer] anaal heeft gepenetreerd. Kort nadat de seks heeft plaatsgevonden heeft de verdachte de woning van [slachtoffer] verlaten. Hij heeft daarna nooit meer contact gezocht met [slachtoffer] .
Ten aanzien van de wijze waarop de seks heeft plaatsgevonden, heeft de verdachte verklaard dat de seks met instemming van [slachtoffer] heeft plaatsgevonden en dat hij haar zeker niet heeft gedwongen. De verdachte heeft verklaard geen geweld te hebben gebruikt en [slachtoffer] ook niet te hebben bedreigd. In de woonkamer hebben zij elkaar eerst gekust, waarna [slachtoffer] hem bij zijn arm pakte en hem meenam naar de slaapkamer. De verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] wel van achteren penetreerde, maar dat hij haar niet bewust anaal heeft gepenetreerd. Hij heeft niet op haar anus gericht maar op haar vagina. De verdachte heeft verklaard dat hij pas zeventien jaar en onervaren was. De verdachte heeft ook verklaard dat [slachtoffer] hem eenmaal heeft gepijpt. Zij koos hier zelf voor. De verdachte heeft verklaard er niet aan te hebben gedacht om condooms te gebruiken. De verdachte heeft geen bloedsporen gezien nadat zij seks hadden gehad. Volgens de verdachte was de slaapkamer van [slachtoffer] al rommelig toen zij daar binnen kwamen.
De verdachte heeft tenslotte verklaard dat hij tweemaal een gesprek heeft gehad met [slachtoffer] en dat hij daarbij niet heeft gemerkt dat zij een verstandelijke beperking had. Ze communiceerden in het Somalisch, maar Somalisch is niet zijn sterkste taal.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] voldoende betrouwbaar is om tot bewijs te dienen. [slachtoffer] heeft uitgebreid verklaard op vragen tijdens een studioverhoor en haar verklaring komt overeen met de verklaring van aangeefster, waarin aangeefster vertelt wat [slachtoffer] kort na het incident tegen haar heeft verteld. Die verklaringen bevatten geen tegenstrijdigheden. De verklaringen zijn bovendien op onderdelen heel gedetailleerd, wat de betrouwbaarheid van de verklaringen vergroot.
Dan moet de vraag worden beantwoord of de verklaring van [slachtoffer] voldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal. Daarbij neemt de rechtbank tot uitgangspunt dat uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat het steunbewijs ‘voldoende steun’ moet geven aan de verklaring van de getuige en in beginsel niet afkomstig mag zijn van dezelfde bron. Wel kunnen eigen waarnemingen van een
de auditu-getuige voldoende steunbewijs opleveren. Waarnemingen van getuigen die niet het kernverwijt (bijvoorbeeld seksuele handelingen) bevestigen, kunnen binnen de context van de gebeurtenissen voldoende zelfstandig onderscheidend zijn om (in combinatie met andere omstandigheden) als steunbewijs te kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad vereist niet dat het springende punt zelf steun vindt in ander bewijsmateriaal, maar wel dat de gebruikte verklaring op specifieke punten steun vindt in ander bewijsmateriaal, zodat die verklaring niet ‘op zichzelf staat’, maar als het ware is ingebed in een concrete context die bevestiging vindt uit andere bron.
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [slachtoffer] door aangeefster op 28 juni 2019 om 20.10 uur (dus zeer kort nadat het incident heeft plaatsgevonden) trillend en overstuur in de gang werd aangetroffen en dat zij haar meteen vertelde dat zij verkracht was. Aangeefster zag blauwe plekken op de schouders en bovenarmen van [slachtoffer] en ook op één van haar benen. Omdat [slachtoffer] erg overstuur was en een aanval kreeg, ging aangeefster de volgende ochtend met [slachtoffer] naar de politie en deed zij aangifte. [slachtoffer] werd diezelfde dag lichamelijk onderzocht en daarbij werden scheurwondjes in haar anus aangetroffen, die door een penis kunnen zijn veroorzaakt. Er is ook bloed in haar anus en vagina aangetroffen.
Het bloed in de vagina kan weliswaar worden verklaard doordat [slachtoffer] ongesteld was, maar het bloed in de anus niet. Het aangetroffen letsel en het bloed ondersteunen de verklaring van [slachtoffer] , dat de seks op een gewelddadige manier heeft plaatsgevonden.
Er is ook DNA-materiaal van de verdachte aangetroffen in een bloedspoor op de dekbedhoes in de kamer van [slachtoffer] . De verdachte heeft voor het aangetroffen letsel en de bloedsporen geen aannemelijke verklaring gegeven.
Gelet op de verstandelijke beperking van [slachtoffer] en de verdere informatie in het dossier aanwezig is over haar persoon en haar verleden, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat [slachtoffer] het initiatief heeft genomen voor seks met de verdachte of dat zij hier mee instemde. Hetzelfde geldt voor de verklaring van de verdachte dat hij tijdens de twee gesprekken die hij volgens eigen zeggen met [slachtoffer] heeft gevoerd, niet heeft gemerkt dat zij verstandelijk beperkt was. Het moet voor de verdachte duidelijk zijn geweest dat [slachtoffer] een verstandelijke beperking had en functioneerde op een ver beneden gemiddeld niveau.
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen - in onderlinge samenhang bezien - acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte [slachtoffer] anaal, oraal en vaginaal heeft verkracht in haar eigen huis en in haar eigen slaapkamer en dat hij daarbij geweld heeft gebruikt en [slachtoffer] heeft bedreigd met geweld, zoals hieronder bewezen zal worden verklaard.