ECLI:NL:RBDHA:2020:15157
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in asielprocedure wegens ontbreken beroepsgronden
In deze zaak heeft eiseres, een vreemdeling, op 14 november 2019 beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat eiseres niet heeft gereageerd op een brief van 25 september 2020, waarin zij werd verzocht om binnen twee weken aan te geven waarom zij het beroep had ingesteld. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen beroepsgronden heeft ingediend, wat betekent dat het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten die in de Awb zijn gesteld. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 oktober 2020.