ECLI:NL:RBDHA:2020:15296

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 november 2020
Publicatiedatum
3 januari 2022
Zaaknummer
NL20.19166
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een vrouw van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 17 november 2020, waar verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. H. Meijerink, en een tolk, K.L. Bahi. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. K. Bruin.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat er een andere zaak, NL20.19165, aanhangig was, waarin de rechtbank al uitspraak had gedaan. Gezien deze uitspraak was de voorzieningenrechter van mening dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.19166

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster],verzoekster, mede namens haar minderjarige kinderen [minderjarige 1]
en [minderjarige 2],
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H. Meijerink),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. K. Bruin).

Procesverloop

Bij besluit van 2 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.19165, plaatsgevonden op 17 november 2020. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen K.L. Bahi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1998].
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.19165, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
zaaknummer: NL20.19166 2

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Kleijn, griffier.
zaaknummer: NL20.19166 3
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
30 november 2020
en zal openbaar worden gemaakt door pu
blicatie
op rechtspraak.nl.
Mr. L.M. Reijnierse
Rechter
Rechtbank Midden-Nederland
L.M. Janssens - Kleijn
Griffier
Rechtbank Midden-Nederland

Documentcode: [Documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.