Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
29 december 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels),
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
Beslissing
Overwegingen
(€ 199.000,- in plaats van € 203.000,-). Dat waardeverschil is zo minimaal en van zo’n minimale invloed op bijvoorbeeld de aanslag onroerendezaakbelasting dat niet kan worden verondersteld dat eiser immateriële schade in de vorm van spanning en frustratie heeft geleden. Blijkens de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2019 van de gemeente Gouda bedraagt het tarief voor de onroerende-zaakbelastingen in het jaar 2019 0,1081%. Dat betekent dat het waardeverschil leidt tot een verschil in heffing van ongeveer € 4,30. De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van immateriële schade daarom af.