Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.STRONGVIKING INTERNATIONAL B.V.,
1.De procedure
- de dagvaardingen van 4 december 2019;
- de akte overlegging producties van Viking, met producties EP 01 t/m EP 15;
- de akte overlegging producties van Strongviking c.s., met producties GP 01 t/m GP 13;
- de akte overlegging producties van Viking, met producties EP 16 t/m EP 19;
- de conclusie van antwoord;
- de aanvullende producties GP 14 t/m GP 18 van Strongviking c.s.;
- een aangevuld proceskostenoverzicht (EP 15) van Viking;
- een aanvullend proceskostenoverzicht (GP 19) van Strongviking c.s.;
- de mondelinge behandeling van 17 januari 2020, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen.
2.De feiten
obstacle runs: recreatieve hindernislopen waarbij de deelnemers naast het hardlopen ook verschillende obstakels moeten trotseren (hierna ook: de Strong Viking obstacle runs). Strongviking Group is 100% aandeelhouder van Strongviking Duitsland.
1 september 2015 aangevraagd en op 17 november 2015 ingeschreven voor waren en diensten in de klassen 3, 9, 25, 28, 32 en 41:
www.strongviking.com,
www.strongvikingrun.nlen
www.obstaclerunshop.com. Indien op de websites onder de domeinnamen
www.strongviking.comen
www.strongvikingrun.nlwordt geklikt op het woord ’shop’, wordt door middel van een link doorverwezen naar een webshop die gehouden wordt onder de domeinnaam
www.obstaclerunshop.com. De webshop maakt gebruik van het e-mailadres
shop@strongviking.com.
www.strongviking.com is onder meer opgenomen:
www.obstaclerunshop.comwordt diverse kleding en
merchandiseaangeboden. Dit betreft onder meer t-shirts, sweaters, mutsen, petten, bandana’s, sportleggings, sportbroeken, sokken, boxershorts, tassen, drinkflessen en handdoeken waarop de hieronder weergegeven tekens (hierna: de Strongviking-tekens) zijn aangebracht.
www.obstaclerunshop.comis
Finisher-shirtverstrekt. De prijs van dit Finisher-shirt is in het inschrijfgeld inbegrepen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
bis-Vo [5] . Deze rechtbank is op grond van de onder 4.1 genoemde bepalingen aan te merken als het gerecht van de woonplaats van de medegedaagden van Strongviking Duitsland in de zin van artikel 8 lid 1 Brussel I
bis-Vo. Ook is sprake van de op grond van dit artikel vereiste nauwe band tussen de vorderingen tegen Strongviking International en Strongviking Group enerzijds en Strongviking Duitsland anderzijds, nu deze drie vennootschappen in een groep verbonden zijn en hen alle drie dezelfde inbreuk op de merkrechten van Viking wordt verweten. Voorts geldt dat voor Strongviking Duitsland voorzienbaar was dat zij kon worden opgeroepen voor het gerecht van de woonplaats van Strongviking International en Strongviking Group. De bevoegdheid strekt zich uit tot de gehele Europese Unie.
www.strongviking.com,zo volgt voorshands ook uit de Algemene Voorwaarden zoals hiervoor onder 2.8 weergegeven. Tussen partijen staat vast dat tijdens deze evenementen Strongviking-artikelen worden aangeboden. Ook bevat voornoemde website de link ‘shop’, waarmee bezoekers worden verwezen naar de webshop op
www.obstaclerunshop.com, die bovendien gebruikmaakt van het emailadres
shop@strongviking.com. Voorts volgt uit de stellingen van beide partijen dat alle drie de gedaagden de hiervoor onder 2.14 bedoelde samenwerking met Björn Borg zijn aangegaan. Naar voorlopig oordeel is betrokkenheid van Strongviking International en Strongviking Duitsland bij de gestelde (dreigende) inbreuk op de merken van Viking hiermee voldoende aannemelijk, zodat Viking ontvankelijk is in haar vorderingen tegen deze gedaagden.
9 lid 2 sub b UMVo en 2.20 lid 2 sub b BVIE, behoeft het (subsidiaire) beroep van Viking op sub c van genoemde artikelen geen bespreking meer. Voorts geldt dat de vorderingen van Viking reeds kunnen worden toegewezen op grond van de Viking-Merken, zodat Viking naar voorlopig oordeel geen belang heeft bij beoordeling op grond van het Viking-Uniewoord/beeldmerk 2015.
recycling, worden afgewezen. De termijn voor terugroeping en vernietiging zal ter voorkoming van executieproblemen worden gesteld op 30 respectievelijk 45 dagen na de datum van dit vonnis.
5.De beslissing
€ 1.000,- voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat zij de hiervoor onder 5.4 tot en met 5.6 opgelegde bevelen niet opvolgt, zulks met een maximum van € 100.000,-;