Uitspraak
Rechtbank DEN Haag
uitspraak van de voorzieningenrechter van 4 maart 2020 in de zaak tussen
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
2. Ingevolge artikel 8:84, vijfde lid, juncto artikel 8:75a, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter, indien het verzoek om een voorlopige voorziening wordt ingetrokken, omdat geheel of gedeeltelijk aan verzoeker is tegemoet gekomen en, indien daar bij de intrekking om is verzocht, verweerder bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de kosten die verzoeker in verband met de behandeling van zijn verzoek redelijkerwijs heeft moeten maken.
3. Het begrip ‘tegemoetkomen’ moet restrictief worden uitgelegd, in die zin dat er een relatie moet zijn tussen de gronden van het verzoekschrift en de handeling waarmee het bestuursorgaan alsnog de wensen van de indiener van het verzoekschrift honoreert. Van tegemoetkomen is sprake als het bestuur de door de indiener van het verzoekschrift gevraagde voorlopige maatregel treft, tenzij het dit kennelijk doet op andere gronden dan de indiener van het verzoekschrift heeft aangevoerd.
morgen om 12:00 uur, acht cliënt zich volledig vrij om de YouQ Alex uit zijn woning te verwijderen.”
Beslissing
mr. S.M. Kaan, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2020.