ECLI:NL:RBDHA:2020:2090
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 12 februari 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats]. De officier van justitie had op 10 februari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 7 februari 2020 was opgelegd. De betrokkene verblijft in de accommodatie Parnassia en heeft geen bekende woonplaats. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 februari 2020 zijn de betrokkene en haar advocaat gehoord, evenals een psychiater. De betrokkene heeft aangegeven geen haldol te willen, maar verder geen bezwaren te hebben tegen de crisismaatregel. De advocaat heeft betoogd dat er geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en heeft verzocht om afwijzing van de machtiging.
De psychiater heeft echter verklaard dat er wel degelijk sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich verzet tegen de zorg zoals genoemd in de crisismaatregel en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden en verleent de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 4 maart 2020. De beschikking is gegeven door mr. D.G.J. Dop, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.