ECLI:NL:RBDHA:2020:2416
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M. van Nooijen
- A.E. Maas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep
Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker met V-nummer [V-nummer] tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit volgde op een eerder besluit van 18 februari 2020, waarin de aanvraag van de verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Tevens werd er een inreisverbod van twee jaar opgelegd aan de verzoeker.
De verzoeker heeft tegen dit bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 maart 2020, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De vertegenwoordiger van de verweerder was eveneens aanwezig. Tijdens de zitting werd de behandeling van de zaak NL20.4926 gelijktijdig behandeld.
De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, onder zaaknummer NL20.4926, het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Aangezien er inmiddels op het beroep is beslist, is het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter heeft daarom geoordeeld dat het verzoek moet worden afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, in aanwezigheid van griffier mr. A.E. Maas. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze later alsnog worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.