ECLI:NL:RBDHA:2020:2416

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
18 maart 2020
Zaaknummer
NL20.4927
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep

Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker met V-nummer [V-nummer] tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit volgde op een eerder besluit van 18 februari 2020, waarin de aanvraag van de verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Tevens werd er een inreisverbod van twee jaar opgelegd aan de verzoeker.

De verzoeker heeft tegen dit bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 maart 2020, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De vertegenwoordiger van de verweerder was eveneens aanwezig. Tijdens de zitting werd de behandeling van de zaak NL20.4926 gelijktijdig behandeld.

De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, onder zaaknummer NL20.4926, het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Aangezien er inmiddels op het beroep is beslist, is het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter heeft daarom geoordeeld dat het verzoek moet worden afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, in aanwezigheid van griffier mr. A.E. Maas. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze later alsnog worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.4927

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker, V-nummer [V-nummer]

(gemachtigde: mr. E. Derksen),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. B. Berk).

ProcesverloopBij besluit van 18 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdafgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens is een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaren.

Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.4926, plaatsgevonden op 12 maart 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen H.C. Khanna. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.4926, heeft de rechtbank het beroep van verzoeker ongegrond verklaard.
2. Nu op het beroep van verzoeker is beslist, is een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. Om die reden is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Maas, griffier.
Deze uitspraak is gedaan op:
Als gevolg van de maatregelen rondom het Corona virus is deze uitspraak nu niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.