ECLI:NL:RBDHA:2020:2418
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en ontvankelijkheid van het bezwaar
In deze zaak heeft eiser bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan hem was opgelegd. Eiser diende zijn bezwaar in via een webformulier, maar de gemeente Den Haag heeft hem laten weten dat bezwaarschriften alleen via de gemeentelijke website met DigiD of per post ingediend kunnen worden. Eiser interpreteerde deze reactie als een schriftelijke weigering om een besluit te nemen, zoals bedoeld in artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemeente verklaarde het bezwaar van eiser op 8 februari 2020 niet-ontvankelijk, omdat het bezwaar niet op de juiste wijze was ingediend.
De rechtbank oordeelt dat de e-mail van de gemeente geen weigering om een besluit te nemen inhoudt, omdat het door eiser gebruikte e-mailadres niet openstond voor het indienen van bezwaarschriften. De rechtbank stelt vast dat eiser de mogelijkheid heeft gekregen om het verzuim te herstellen en dat het correct ingediende bezwaarschrift tijdig is ontvangen. Daarom is er geen sprake van overschrijding van de bezwaartermijn en heeft de gemeente ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht aan eiser is opgelegd. De rechtbank veroordeelt de gemeente in de proceskosten van eiser en draagt hen op het betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 12 maart 2020.