ECLI:NL:RBDHA:2020:2435

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2020
Publicatiedatum
19 maart 2020
Zaaknummer
NL20.4989
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • L.E.M. Taselaar
  • H.L. de Vries
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Italië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.M. Sidler, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze zaak, was dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 11 maart 2020, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.A. Agayev. Tijdens de zitting werd de zaak NL20.4988 gelijktijdig behandeld, wat relevant was voor de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter overwoog dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien de rechtbank op dezelfde dag het beroep in de bodemzaak NL20.4988 ongegrond had verklaard, was er geen mogelijkheid meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en aan de partijen bekendgemaakt, waarbij tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.4989

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.A. Agayev),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.M. Sidler).

Procesverloop

Bij besluit van 24 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.4988, plaatsgevonden op 11 maart 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen [naam ] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.4988, heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak waarover dit verzoek om voorlopige voorziening gaat ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om voorlopige voorziening af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.E.M. Taselaar, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.L. de Vries, griffier.
Deze uitspraak is openbaar gemaakt door middel van publicatie op www.rechtspraak.nl. Deze uitspraak is aan partijen bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.