ECLI:NL:RBDHA:2020:2572
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van Spanje voor asielaanvraag in het kader van de Dublinprocedure en afwijzing van voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2020 uitspraak gedaan in het kader van een asielaanvraag van eiser, die stelt Jemenitisch te zijn. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat Spanje verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. De rechtbank wijst op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat Nederland mag uitgaan van de veronderstelling dat Spanje zijn internationale verplichtingen nakomt. Eiser heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat er in zijn geval sprake is van tekortkomingen in de asielprocedure of opvangvoorzieningen in Spanje die zouden leiden tot een reëel risico op onmenselijke of vernederende behandeling.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de tijdelijke opschorting van Dublinoverdrachten vanwege de coronamaatregelen de verantwoordelijkheid van Spanje voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser niet wegneemt. Eiser heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die maken dat de overdracht onevenredige hardheid zou opleveren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, in aanwezigheid van griffier mr. E. Frieling.