ECLI:NL:RBDHA:2020:2588

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 maart 2020
Publicatiedatum
24 maart 2020
Zaaknummer
NL20.5143
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de verweerder in deze zaak, bij besluit van 26 februari 2020 buiten behandeling gesteld. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 12 maart 2020, maar de verzoeker is niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. A. Hadfy-Kovacs. De voorzieningenrechter overwoog dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL20.5142) die verband houdt met het beroep van de verzoeker, was het niet meer mogelijk om een voorlopige voorziening te treffen. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en aan de partijen bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.5143

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.H. Steenbergen),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs)

Procesverloop

Bij besluit van 26 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.5142, plaatsgevonden op 12 maart 2020. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van heden, zaaknummer NL20.5142, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter zal het verzoek om die reden afwijzen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.M.P.M. Weerdesteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. I. Becker - Moerenhout, griffier.
Deze uitspraak is openbaar gemaakt door middel van publicatie op
www.rechtspraak.nl. Deze uitspraak is aan partijen bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.